Hof-fe-lijk tafereeltje…
’s Avonds op een tuinstoel in de hof. De wind is eindelijk gaan liggen en de avondzon doet een schuchtere poging om door de wolken te breken. Ik geniet van de stilte, met op de achtergrond het gekwetter van allerlei gevogelte van diverse pluimage. Over wat zouden ze het hebben, vraag ik mij af.
Is meneer Ekster gisteren te laat thuis gekomen? Is juffrouw Koolmeesje weer op de versiertoer? Zijn meneer en mevrouw Schijtduif aan het overleggen op wie ze hun volgende lading duivenstront gaan deponeren? De uit de kluiten gewassen merels trekken zich niets aan, met hun veren komen ze ruimschoots toe. Ze bekvechten constant, ’t lijken wel politiekers. Een ordinaire straatmus wil een kruimeltje meepikken. Eerst op afstand blijven, hup, hup, met korte pasjes naar het perkje waar ik wat broodkruimels gestrooid heb. Dat moet het hofje worden van Kyra, m’n kleindochter. Bij gebrek aan compost en teelaarde liggen de werken eventjes stil. Het bouwverlof is vroeg begonnen, zullen we maar zeggen…
De huiskatten liggen op de loer. ’t Wordt spannend. Slagen ze erin om enkele roekeloze vogels de strot af te bijten? Of komen ze te laat om op tijd te komen? Ik laat de natuur z’n gang gaan. Hun instinct ook. God moet maar ingrijpen. Wat Hij ook doet. Katten zijn rare dieren, ze geven nooit op. Een verloren veldslag is nog geen verloren oorlog, denken ze. Dag vogels, dag katten. Geen bloedbad vandaag. ’t Zou niet de eerste en ook niet de laatste keer zijn dat ik een doodgebeten vogeltje in de garage vind. Ik vind het altijd zo triestig. Ik kan me voorstellen dat de familie Koolmeesje zit te wachten tot papa thuis komt met het avondeten. Mama Koolmeesje bekt haar kroost toe dat ze geduld moeten hebben. Papa kennende, zal hij waarschijnlijk blijven plakken zijn bij boer Corneel, die z’n akker aan ’t omploegen is. De maaltijden liggen er voor ’t grijpen. Haar kroost kwettert er op los, deels van de honger, deels uit verveling. Maar papa laat een verweesde vrouw en kindjes achter. Gesneuveld in een kattenmuil. En nog zo jong hé? Zal nooit geen bompa worden. ’t Leven kan soms hard zijn, zowel voor mens als dier..
De avondzon gaat slapen, is bijna vergeten dat ze de maan nog moet aansteken. ’t Is maar een halve maan, ze doen daarboven schijnbaar ook aan energiebesparing. Nu is het echt stil, Gizmo heeft een relatie met m’n been. Hij kronkelt en schuurt tegen m’n been. Ik verdenk hem van homofiele neigingen. Pracht van een zwarte kater, wil voortdurend gestreeld worden. Vraagt aandacht op zijn manier. Ik weet wat het is om nooit gestreeld te zijn geweest. Nooit geen aai over m’n bolleke. Daarom aai ik hem tot ik er genoeg van heb. Niet overdrijven is de boodschap. Ook een kat moet z’n plaats kennen hé?
’s Morgens sta ik op, wil de buitenlucht opsnuiven. De dauw op het gras voelen tussen m’n blote tenen. In de garage ligt een klein vogeltje met gebroken nekje. Soms haat ik katten…
©GoNo
Is meneer Ekster gisteren te laat thuis gekomen? Is juffrouw Koolmeesje weer op de versiertoer? Zijn meneer en mevrouw Schijtduif aan het overleggen op wie ze hun volgende lading duivenstront gaan deponeren? De uit de kluiten gewassen merels trekken zich niets aan, met hun veren komen ze ruimschoots toe. Ze bekvechten constant, ’t lijken wel politiekers. Een ordinaire straatmus wil een kruimeltje meepikken. Eerst op afstand blijven, hup, hup, met korte pasjes naar het perkje waar ik wat broodkruimels gestrooid heb. Dat moet het hofje worden van Kyra, m’n kleindochter. Bij gebrek aan compost en teelaarde liggen de werken eventjes stil. Het bouwverlof is vroeg begonnen, zullen we maar zeggen…
De huiskatten liggen op de loer. ’t Wordt spannend. Slagen ze erin om enkele roekeloze vogels de strot af te bijten? Of komen ze te laat om op tijd te komen? Ik laat de natuur z’n gang gaan. Hun instinct ook. God moet maar ingrijpen. Wat Hij ook doet. Katten zijn rare dieren, ze geven nooit op. Een verloren veldslag is nog geen verloren oorlog, denken ze. Dag vogels, dag katten. Geen bloedbad vandaag. ’t Zou niet de eerste en ook niet de laatste keer zijn dat ik een doodgebeten vogeltje in de garage vind. Ik vind het altijd zo triestig. Ik kan me voorstellen dat de familie Koolmeesje zit te wachten tot papa thuis komt met het avondeten. Mama Koolmeesje bekt haar kroost toe dat ze geduld moeten hebben. Papa kennende, zal hij waarschijnlijk blijven plakken zijn bij boer Corneel, die z’n akker aan ’t omploegen is. De maaltijden liggen er voor ’t grijpen. Haar kroost kwettert er op los, deels van de honger, deels uit verveling. Maar papa laat een verweesde vrouw en kindjes achter. Gesneuveld in een kattenmuil. En nog zo jong hé? Zal nooit geen bompa worden. ’t Leven kan soms hard zijn, zowel voor mens als dier..
De avondzon gaat slapen, is bijna vergeten dat ze de maan nog moet aansteken. ’t Is maar een halve maan, ze doen daarboven schijnbaar ook aan energiebesparing. Nu is het echt stil, Gizmo heeft een relatie met m’n been. Hij kronkelt en schuurt tegen m’n been. Ik verdenk hem van homofiele neigingen. Pracht van een zwarte kater, wil voortdurend gestreeld worden. Vraagt aandacht op zijn manier. Ik weet wat het is om nooit gestreeld te zijn geweest. Nooit geen aai over m’n bolleke. Daarom aai ik hem tot ik er genoeg van heb. Niet overdrijven is de boodschap. Ook een kat moet z’n plaats kennen hé?
’s Morgens sta ik op, wil de buitenlucht opsnuiven. De dauw op het gras voelen tussen m’n blote tenen. In de garage ligt een klein vogeltje met gebroken nekje. Soms haat ik katten…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage