Positief nieuws..
De dokter kijkt hem met doordringende ogen aan. De man, een dertiger, voelt zich ongemakkelijk, voelt de bui al hangen. Z’n ogen zijn gefixeerd op het lijvig verslag dat voor de dokter ligt. Een analyse van drie dagen doorgedreven testen in het Akademisch Ziekenhuis. ’t Was allemaal begonnen met een gevoel van constante vermoeidheid, gebrek aan eetlust en het zich niet meer kunnen concentreren. Z’n huisdokter schreef het toe aan stress op het werk. Wat meer rustpauzes inlassen, geen werk meer meenemen naar huis en een paar peppilletjes zouden hem er terug bovenop moeten helpen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Z’n dokter kende z’n baas niet, na de maandelijkse evaluatie stond hij al met één been buiten op het bedrijf. Het dreigement van: “ we kunnen uw job aan een pas-afgestudeerde geven…” liet weinig aan de verbeelding over.
De dokter laat de stilte doorwegen, is er zich van bewust dat de man recht over hem, zich zit af te vragen wat voor ziekte hij wel kan hebben. Hij zal nog aardig verschieten, bedenkt hij zich.
“ Dokter, zijn dit de uitslagen van het laboratorium?”vraagt de dertiger, wijzend naar de bundel papieren.
“ Inderdaad, meneer Verstiegelen, inderdaad…”
Aan de toon te horen voorspelt het niet veel goeds. Hoort hij daar geen zweem van sarcasme?
“ Ik mag hopen dat het positief nieuws is?”probeert de patient de dokter er toe te bewegen een tipje van de sluier op te lichten.
“ ’t Is inderdaad positief nieuws, m’n beste, ge moogt gerust zijn…”
Oef, een zucht van opluchting ontsnapt aan de mond van de jonge man. Als ze weten wat er scheelt kan hij met de nodige medicatie terug een normaal leven leiden. Toch nog een lichtpuntje in z’n bestaan.
“ Wat mankeer ik, dokter?”
“ Wilt ge het echt weten? Misschien is het wel slecht nieuws?”
“ U zei toch dat het positief nieuws is?”
“ Tja, ’t is maar hoe je het bekijkt hé?”
“ Dokter, goed of slecht nieuws, zeg me in godsnaam welke ziekte ik heb?”
De man staat verweesd buiten te bekomen van het nieuws dat hij zojuist te horen kreeg. Tweeëndertig , in de fleur van z’n leven, geconfronteerd met de enige ziekte waar hij nooit rekening mee wilde houden. Het kon hem niet overkomen, hij nam al jaren z’n voorzorgen. Had al jaren een relatie met een man die twintig jaar ouder is. Een echte vaderfiguur, die z’n vader waarmee hij al geruime tijd in de clinch lag, verving. Die hem telkens opvangt als hij het niet meer ziet zitten. ’t Was dus inderdaad positief nieuws, in de letterlijke betekenis en zin van het woord. Hij haatte de dokter, hij haatte de rest van de wereld en bovenal haatte hij zichzelve. Waarom moet dit uitgerekend hem overkomen?
’t Is vlug gegaan, geen enkele remedie sloeg aan bij hem. Hij liep rond als een levende zombie. Na een jaar op ziekenverlof werd hij ontslagen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Wat kon het hem nog schelen? Driehonderdzesenvijftig vrienden op facebook, waarvan er welgeteld drie zijn komen opdagen op z’n begrafenis. Z’n ouders lopen gebroken achter de kist. Z’n vader heeft spijt dat hij het nooit kunnen goedmaken heeft met z’n enige zoon. Maar een homofiele zoon en een macho-vader gaan niet goed tesamen…
Vandaag staat er in de krant te lezen dat er een doorbraak is in de bestrijding van aids. Voor velen zal de remedie te laat komen, voor velen zal ze waarschijnlijk onbetaalbaar zijn. Of juist wel betaalbaar, maar dan met hun leven…
©GoNo
De dokter laat de stilte doorwegen, is er zich van bewust dat de man recht over hem, zich zit af te vragen wat voor ziekte hij wel kan hebben. Hij zal nog aardig verschieten, bedenkt hij zich.
“ Dokter, zijn dit de uitslagen van het laboratorium?”vraagt de dertiger, wijzend naar de bundel papieren.
“ Inderdaad, meneer Verstiegelen, inderdaad…”
Aan de toon te horen voorspelt het niet veel goeds. Hoort hij daar geen zweem van sarcasme?
“ Ik mag hopen dat het positief nieuws is?”probeert de patient de dokter er toe te bewegen een tipje van de sluier op te lichten.
“ ’t Is inderdaad positief nieuws, m’n beste, ge moogt gerust zijn…”
Oef, een zucht van opluchting ontsnapt aan de mond van de jonge man. Als ze weten wat er scheelt kan hij met de nodige medicatie terug een normaal leven leiden. Toch nog een lichtpuntje in z’n bestaan.
“ Wat mankeer ik, dokter?”
“ Wilt ge het echt weten? Misschien is het wel slecht nieuws?”
“ U zei toch dat het positief nieuws is?”
“ Tja, ’t is maar hoe je het bekijkt hé?”
“ Dokter, goed of slecht nieuws, zeg me in godsnaam welke ziekte ik heb?”
De man staat verweesd buiten te bekomen van het nieuws dat hij zojuist te horen kreeg. Tweeëndertig , in de fleur van z’n leven, geconfronteerd met de enige ziekte waar hij nooit rekening mee wilde houden. Het kon hem niet overkomen, hij nam al jaren z’n voorzorgen. Had al jaren een relatie met een man die twintig jaar ouder is. Een echte vaderfiguur, die z’n vader waarmee hij al geruime tijd in de clinch lag, verving. Die hem telkens opvangt als hij het niet meer ziet zitten. ’t Was dus inderdaad positief nieuws, in de letterlijke betekenis en zin van het woord. Hij haatte de dokter, hij haatte de rest van de wereld en bovenal haatte hij zichzelve. Waarom moet dit uitgerekend hem overkomen?
’t Is vlug gegaan, geen enkele remedie sloeg aan bij hem. Hij liep rond als een levende zombie. Na een jaar op ziekenverlof werd hij ontslagen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Wat kon het hem nog schelen? Driehonderdzesenvijftig vrienden op facebook, waarvan er welgeteld drie zijn komen opdagen op z’n begrafenis. Z’n ouders lopen gebroken achter de kist. Z’n vader heeft spijt dat hij het nooit kunnen goedmaken heeft met z’n enige zoon. Maar een homofiele zoon en een macho-vader gaan niet goed tesamen…
Vandaag staat er in de krant te lezen dat er een doorbraak is in de bestrijding van aids. Voor velen zal de remedie te laat komen, voor velen zal ze waarschijnlijk onbetaalbaar zijn. Of juist wel betaalbaar, maar dan met hun leven…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage