ZIJN verhaal 1
Hij staat voor de spiegel in de badkamer, kamt z'n dunne haren zoveel mogelijk over z'n flaporen. De natuur kan soms wreed zijn, bedenkt hij zich. Waarom hebben z'n ouders dat kleine foutje niet gecorrigeerd, vraagt hij zich af. Een kleine ingreep was voldoende om hem later veel leed te besparen. Maar nee hoor. 't Mocht niets kosten en volgens de alwetende familie zou het wel goed komen. Niets was minder waar. Met het groter worden werden z'n oren ook groter. Toen hij met de klas naar de dierentuin ging, werd hij uitzinnig begroet door de olifanten. Hij voelde dat er een band was tussen hen. 't Had ook z'n voordelen want bij windstoten van boven de zestig km werd hij voortgedreven als het ware met de wind in de zeilen. Op z'n fiets moest hij zelfs niet trappen, zo snel ging het als er wat wind stond in de rug.
Hij heeft haar leren kennen op de chat. Het begon in de zwoele zomer en haar eerste vraag was waarom hij in de zomer een wollen muts droeg. Hij had vlug z'n gebreide handschoenen en sjaal aangetrokken. Ze vond het leuk, 't was weer eens iets anders hé? Maar een mens kan niet eeuwig blijven chatten en na een jaartje virtueel opvrijen was het er eindelijk van gekomen. Ze gingen elkaar in levende lijve ontmoeten. Drie douches later staat hij voor de spiegel en kamt hij z'n dunne haren over z'n flappies. Hij hoort de krassende stem van z'n moeder die hem vraagt waar hij zo opgedoft naar toe gaat. Hij antwoord niet, heeft geen zin in die altijd maar weerkerende discussies. Hij kan toch niet goeds doen en deze keer zou ze zijn geluk niet in de weg staan. 't Is al erg genoeg dat hij met die flaporen opgezadeld zit die hij bijna niet kan verbergen onder z'n muts. Een mooie muts met het logo van de stad Antwerpen en een stralende 'A'.
" Jongen, doe die stomme muts af " hoorde hij z'n mama zeggen.
" Had dan m'n oren zo ver van mijne kop niet gezet hé?" antwoordde hij op afgemeten toon.
" Ge moet blij zijn met wat God u gegeven heeft, ondankbaar kieken... er zijn ergere dingen dan een paar uit de kluiten gewassen oortjes. En daarbij uwen bril die reclameert toch niet? Die is blij dat hij een houvast heeft."meesmuilde ze.
't Zou weer ontaarden in een oeverloze discussie, zoals gewoonlijk. Tegen z'n moeder kon hij niet op. Niet bij leven en niet bij dood. Ze bleef aanwezig in al z'n denken en doen. Had altijd wel een opmerking klaar.
Vroeger geloofde hij niet in spoken en nog minder in geesten. Maar sedert z'n dode moeder te pas en te onpas hem het leven zuur maakte, dacht hij er nu wel anders over. 't Ergste was dat hij het aan niemand kon vertellen, wie zou hem geloven hé?
" En ga je haar meebrengen naar huis?"vraagt ze.
" Mams, 't is de eerste keer dat ik haar in 't echt ga zien, ik kan ze toch niet al direct meebrengen hé?"
" Dat kunt ge wel, waar een wil is, is een weg, zeg ik altijd. Zeg, ge weet toch dat haar tanden scheef staan? Ze lijkt wel op een otter, da's een goeie, mijne zoon vrijt met een otter. Daar gaan schone kindertjes van komen. Kindertjes met flaporen en ottertanden, ge kunt er mee op de foor gaan staan. Valt nog geld mee te verdienen. "
" Mams wilt ge die hatelijke opmerkingen vorr uw eigen houden? 'k Heb veel goesting om een duiveluitdrijving te laten doen."
" Maar jongen toch, ge kunt me niet missen, vroeger niet en nu nog minder."
Die zit, 't is nog waar ook, nu hij erover nadacht. Als ze hem vroeger uitlachten met z'n flappertjes, ging hij steevast naar haar om getroost te worden. Bij papa moest hij niet zijn, die was ros en op de koop toe zo scheel als een otter. Voilà, nu begin ik ook al te vergelijken met een otter. Z'n uitavondje moest nog beginnen en was nu reeds naar de kloten. Met dank aan z'n mama. Hij vraagt zich af hoe hij het moest uitleggen tegen z'n nieuwe vlam. Afspraak in de " Gedoofde Vlamme". 't Zou wel eens heel toepasselijk kunnen zijn. Maar misschien klikt het wel en zag ze alleen maar naar het innerlijke. Telde het uiterlijke niet. En was hij niet verplicht te doen wat hij met die andere meisjes en vrouwen gedaan had, toen ze hem vierkant uit zaten te lachen. Deze keer zou het anders zijn en zou hij niet toegeven aan de opdrachten die z'n mama in z'n grote oren blies...
©GoNo
Hij heeft haar leren kennen op de chat. Het begon in de zwoele zomer en haar eerste vraag was waarom hij in de zomer een wollen muts droeg. Hij had vlug z'n gebreide handschoenen en sjaal aangetrokken. Ze vond het leuk, 't was weer eens iets anders hé? Maar een mens kan niet eeuwig blijven chatten en na een jaartje virtueel opvrijen was het er eindelijk van gekomen. Ze gingen elkaar in levende lijve ontmoeten. Drie douches later staat hij voor de spiegel en kamt hij z'n dunne haren over z'n flappies. Hij hoort de krassende stem van z'n moeder die hem vraagt waar hij zo opgedoft naar toe gaat. Hij antwoord niet, heeft geen zin in die altijd maar weerkerende discussies. Hij kan toch niet goeds doen en deze keer zou ze zijn geluk niet in de weg staan. 't Is al erg genoeg dat hij met die flaporen opgezadeld zit die hij bijna niet kan verbergen onder z'n muts. Een mooie muts met het logo van de stad Antwerpen en een stralende 'A'.
" Jongen, doe die stomme muts af " hoorde hij z'n mama zeggen.
" Had dan m'n oren zo ver van mijne kop niet gezet hé?" antwoordde hij op afgemeten toon.
" Ge moet blij zijn met wat God u gegeven heeft, ondankbaar kieken... er zijn ergere dingen dan een paar uit de kluiten gewassen oortjes. En daarbij uwen bril die reclameert toch niet? Die is blij dat hij een houvast heeft."meesmuilde ze.
't Zou weer ontaarden in een oeverloze discussie, zoals gewoonlijk. Tegen z'n moeder kon hij niet op. Niet bij leven en niet bij dood. Ze bleef aanwezig in al z'n denken en doen. Had altijd wel een opmerking klaar.
Vroeger geloofde hij niet in spoken en nog minder in geesten. Maar sedert z'n dode moeder te pas en te onpas hem het leven zuur maakte, dacht hij er nu wel anders over. 't Ergste was dat hij het aan niemand kon vertellen, wie zou hem geloven hé?
" En ga je haar meebrengen naar huis?"vraagt ze.
" Mams, 't is de eerste keer dat ik haar in 't echt ga zien, ik kan ze toch niet al direct meebrengen hé?"
" Dat kunt ge wel, waar een wil is, is een weg, zeg ik altijd. Zeg, ge weet toch dat haar tanden scheef staan? Ze lijkt wel op een otter, da's een goeie, mijne zoon vrijt met een otter. Daar gaan schone kindertjes van komen. Kindertjes met flaporen en ottertanden, ge kunt er mee op de foor gaan staan. Valt nog geld mee te verdienen. "
" Mams wilt ge die hatelijke opmerkingen vorr uw eigen houden? 'k Heb veel goesting om een duiveluitdrijving te laten doen."
" Maar jongen toch, ge kunt me niet missen, vroeger niet en nu nog minder."
Die zit, 't is nog waar ook, nu hij erover nadacht. Als ze hem vroeger uitlachten met z'n flappertjes, ging hij steevast naar haar om getroost te worden. Bij papa moest hij niet zijn, die was ros en op de koop toe zo scheel als een otter. Voilà, nu begin ik ook al te vergelijken met een otter. Z'n uitavondje moest nog beginnen en was nu reeds naar de kloten. Met dank aan z'n mama. Hij vraagt zich af hoe hij het moest uitleggen tegen z'n nieuwe vlam. Afspraak in de " Gedoofde Vlamme". 't Zou wel eens heel toepasselijk kunnen zijn. Maar misschien klikt het wel en zag ze alleen maar naar het innerlijke. Telde het uiterlijke niet. En was hij niet verplicht te doen wat hij met die andere meisjes en vrouwen gedaan had, toen ze hem vierkant uit zaten te lachen. Deze keer zou het anders zijn en zou hij niet toegeven aan de opdrachten die z'n mama in z'n grote oren blies...
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage