Den blok er op........
Den blok er op........
“ Ha, GoNo, ‘k mag toch GoNo zeggen hé?”
“ Nee, dat moogt ge niet, zeg maar gewoon meneer GoNo.”
“ Oei, meneer GoNo, is er één van de moeilijke soort?”
“ Meneer GoNo is beleefd opgevoed, maar schijnbaar moet alles zoveel mogelijk familiaal zijn hé?”
“ ’t Is ook een familiezender, meneer GoNo.”
“ Ik zal m’n familie wel zelf kiezen hé?”
“ En wat doet meneer GoNo van beroep?”
“ Mensen ambeteren, zoals daar zijn : presentators van bepaalde kwissen, die denken dat ze de leukste zijn en voor de rest wat schrijven en dichten. Als ik tijd over heb, speel ik ook nog bediende.”
“ Zozo, schrijven en ook dichten, zonder je kont op te lichten? Goed hé? Ja, zulke grappen daar houd ik van, meneer GoNo!”
“ Uw tegenstander is Caroline, die voor de derde keer terug komt en hopelijk met de Flatscreen TV met ingebouwde Homecinema, naar huis gaat. ‘k Mag toch Caroline zeggen hé of moet ik mevrouw Caroline zeggen?”
“ Ge moogt Caroline zeggen , Ben, gij moogt dat!”
“ Allé, Ben, ge moogt ook GoNo zeggen, als ik Benjamin mag zeggen, want dat is toch hetgene er op uw kinderpaske staat hé? Goed hé? Zulke grappen, daar houd ik van, Benjaminneke!”
“ Als er één ding is, dat ik haat is dat ze tegen mij Benjamin zeggen....”
“ Jamaar, ’t staat op uwen pas of hebt ge liever dat ik u Crabbésalade noem?”
“ Meneer GoNo, u beledigt mij......”
“ Is dat zo, Benjamin, is dat zo?”
“ Maar iedereen noemt mij al jaren Ben en ik wil dat ge mij ook Ben noemt!”
“ ‘k Zal er aan denken, Bennneke Crabbé, ‘k zal er aan denken......” zeg ik met een grijnslachje.
“ Hier komt de eerste vraag: “ Hoeveel cirkels staan er op de Olympische vlag ?”
“ Zes, Benneke, zes.”
“ Maar nee, uilskuiken, allé Carolientje , hoeveel ?”
“ Vijf, van de vijf continenten.”
“ Zeg Benjamin, bij mij staan er zes op, sedert ik m’n kop koffie op m’n vlag gezet heb. Goed hé? Da’s lachen geblazen hé?”
Ik weet dat onze Benjamin Crabbé gans het programma door flauwe moppen zit te vertellen en moesten de mensen in de zaal achteraf geen koffiekoeken krijgen, ze het al lang afgebold waren. Onze Ben begint het door te krijgen en vraagt aan z’n regisseur om het programma stil te leggen en een reservekandidaat op te trommelen.
“ Meneer GoNo, ‘k weet niet hoe ge door de selectie geraakt zijt, maar ge past beter in een ander programma, maar ge gaat niet met lege handen naar huis. Hier hebt ge 20 kilo legoblokjes, Geschonken door Plopsaland. Dag meneer GoNo.”
“ Dag, meneer Benjaminneke, en als ge thuis komt direct een ander pamperke aandoen hé? Goed hé? Da’s pas lachen hé, Crabcocktail?”
©GoNo
“ Ha, GoNo, ‘k mag toch GoNo zeggen hé?”
“ Nee, dat moogt ge niet, zeg maar gewoon meneer GoNo.”
“ Oei, meneer GoNo, is er één van de moeilijke soort?”
“ Meneer GoNo is beleefd opgevoed, maar schijnbaar moet alles zoveel mogelijk familiaal zijn hé?”
“ ’t Is ook een familiezender, meneer GoNo.”
“ Ik zal m’n familie wel zelf kiezen hé?”
“ En wat doet meneer GoNo van beroep?”
“ Mensen ambeteren, zoals daar zijn : presentators van bepaalde kwissen, die denken dat ze de leukste zijn en voor de rest wat schrijven en dichten. Als ik tijd over heb, speel ik ook nog bediende.”
“ Zozo, schrijven en ook dichten, zonder je kont op te lichten? Goed hé? Ja, zulke grappen daar houd ik van, meneer GoNo!”
“ Uw tegenstander is Caroline, die voor de derde keer terug komt en hopelijk met de Flatscreen TV met ingebouwde Homecinema, naar huis gaat. ‘k Mag toch Caroline zeggen hé of moet ik mevrouw Caroline zeggen?”
“ Ge moogt Caroline zeggen , Ben, gij moogt dat!”
“ Allé, Ben, ge moogt ook GoNo zeggen, als ik Benjamin mag zeggen, want dat is toch hetgene er op uw kinderpaske staat hé? Goed hé? Zulke grappen, daar houd ik van, Benjaminneke!”
“ Als er één ding is, dat ik haat is dat ze tegen mij Benjamin zeggen....”
“ Jamaar, ’t staat op uwen pas of hebt ge liever dat ik u Crabbésalade noem?”
“ Meneer GoNo, u beledigt mij......”
“ Is dat zo, Benjamin, is dat zo?”
“ Maar iedereen noemt mij al jaren Ben en ik wil dat ge mij ook Ben noemt!”
“ ‘k Zal er aan denken, Bennneke Crabbé, ‘k zal er aan denken......” zeg ik met een grijnslachje.
“ Hier komt de eerste vraag: “ Hoeveel cirkels staan er op de Olympische vlag ?”
“ Zes, Benneke, zes.”
“ Maar nee, uilskuiken, allé Carolientje , hoeveel ?”
“ Vijf, van de vijf continenten.”
“ Zeg Benjamin, bij mij staan er zes op, sedert ik m’n kop koffie op m’n vlag gezet heb. Goed hé? Da’s lachen geblazen hé?”
Ik weet dat onze Benjamin Crabbé gans het programma door flauwe moppen zit te vertellen en moesten de mensen in de zaal achteraf geen koffiekoeken krijgen, ze het al lang afgebold waren. Onze Ben begint het door te krijgen en vraagt aan z’n regisseur om het programma stil te leggen en een reservekandidaat op te trommelen.
“ Meneer GoNo, ‘k weet niet hoe ge door de selectie geraakt zijt, maar ge past beter in een ander programma, maar ge gaat niet met lege handen naar huis. Hier hebt ge 20 kilo legoblokjes, Geschonken door Plopsaland. Dag meneer GoNo.”
“ Dag, meneer Benjaminneke, en als ge thuis komt direct een ander pamperke aandoen hé? Goed hé? Da’s pas lachen hé, Crabcocktail?”
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage