Maagdelijk witte sneeuw…
Ik dacht dat de winter voorbij was, maar het lijkt hier meer en meer op
een sneeuwstorm in Alaska. De normale gang van zaken, koning Winter doet nog
geen troonsafstand. Kroonprinses Lente zal nog even moeten wachten. Tot na de
begrotingscontrole, zo rond 21 maart. Of tot er een nieuwe paus verkozen is. Dan
zal de zon terug schijnen, als de witte rook om hun hoofd is verdwenen. Kunnen
ze , als een verdronken vlinder van papier, op de Tigris meekabbelen. Boudewijn
de Groot zou het niet beter kunnen verwoorden…
Dat ze nu maar eens een paus kiezen die meegaat met z’n tijd. Ene die
niet blijven steken is in de middeleeuwen, toen de kerk nog oppermachtig was. Iemand
die de corruptie in zijn kerk en kindermishandeling stevig aanpakt. Iemand die
er niet voor terugdeinst om het Kwaad met wortel en al uit te roeien. Gezien de
duivel alom aanwezig is, moet dat z’n eerste prioriteit zijn. Volgens z’n eigen
bijbel dan toch hé?
Honderdvijftien kardinalen moeten beslissen over de toekomst van hun
kerk. Ze hebben zwijgplicht, mogen geen gebruik maken van de digitale
verworvenheden van deze decadente maatschappij. Hoewel ik zo m’n bedenkingen heb,
bij het zien van al die grijsaards. Ze lijken meer op een clubke van carnavalzotten,
die bijeenkomen om de jaarlijkse stoet voor te bereiden. Bij hun noemen ze dat
een processie…
’t Is een beetje zoals die gek, die ieder jaar z’n opwachting maakt om
de kindjes die braaf zijn geweest allerlei lekkers te brengen. Hoe heet die
vent ook alweer? Sinterklaas? Juist, ge moet er maar opkomen. Weet die jurkvent
wel wat er leeft bij de kinderen? Mijn geloof in die halve gare is verdwenen
toen ik hem van z’n wit paard zag tuimelen. Z’n baard ging plots in z’n nek en
z’n pruik lag broederlijk met z’n mijter in de goot. Ik kwam tot de conclussie
dat die goeie Sint verdacht veel weg had van de koster van de Onze –Lieve-
Vrouwekerk, die het moge gezegd, geweldig goed orgel kon spelen. En tevens
geweldig goed aan de miswijn kon zitten. De voorproever van de kerk. Zoals in
de tijd van de Romeinen en andere dictators. Toen ik hem vroeg of hij wel
degelijk de koster was, kreeg ik een stamp van zijne Zwarte Piet. Een Zwarte
Piet die stampt naar een blanke, als dat geen racisme avant la lettre was, weet
ik het ook niet meer. Wat mij nog meer in m’n overtuiging sterkte dat de goeie
Sint niemand minder was dan de koster. Ze konden er niet mee lachen in dat
katholieke gesticht. Als straf om zoveel onbeschaamdheid, werd ik uitgesloten
van alle feestgedruis. Ik moest, moederziel alleen, de keuken schrobben en
alles klaarzetten voor het avondmaal. Broeder Jean-Baptist zou een oogje in ’t
zeil houden. Maar de man had een beetje last van z’n ogen, want ze vielen
altijd maar dicht. Wat zou je willen, als je om vier uur ’s morgens je bed uit
moet om de vespers te lezen in een onverwarmde kapel? Zuster Mathilda kwam ook
af en toe eens kijken. Met haar bril van bokaalglazen. Ze probeerde er streng
uit te zien, maar we moesten op onze tanden bijten om het niet uit te gieren
van het lachen. ’t Was ook geen zicht, een ineengestompte non met zo’n
carnavalbril op haar neus. En toch had ik haar graag, gezien ze enige
moederlijke gevoelens voor mij had. Als men verstoken is van moederliefde, zou
men zelfs bij de duivel te biechte gaan, zeg ik altijd…
Ik ben daar zes maanden geweest. Ze gingen van mij een gedwee en
luisterend kind maken. Om dat te bereiken schuwden ze niet om ver te gaan tot
lijfstraffen. Gaande van met je knieën in klompen te zitten tot het slaan met
de roede op je handen. Vandaar wie braaf is krijgt lekkers, wie stout is de
roede. Volkswijsheid hé? Ik ben er buiten gekomen met een deftige haat tegen al
wat gezag was. Machtsmisbruik is van alle tijden. Kijk maar rondom u, ik ben
sterker, dus ik beslis. Thuis, op school en later op je werk. Een individu die
twijfelt of hij wel sterk genoeg is, zal zich aansluiten bij een groep. Samen zijn
we sterker. De enige manier, anders wordt hij zelf een slachtoffer. In mijn
geval lag het ietske anders. Ik liet mijn vuisten spreken. Zelfs al verloor ik
soms de strijd, nadien lieten ze me meestal wel met rust. Overleven in een
gesticht is een strijd die je alle dagen moet leveren. De paters en nonnen
trokken zich weinig aan van onze dagdagelijkse zorgen. Rust in vrede, was hun
leuze. Er zullen daar ook wel pedofielen tussen gelopen hebben. Ik had er geen
last van, laat staan dat ik ooit op een pater z’n schoot ben gaan zitten. Eén keer
ben ik op de kamer van een pater geweest, maar die vent liet me z’n
kunstencyclopedie zien. Die pater leerde me de liefde voor het geschreven woord
kennen. Hij leerde me de eerste kneepjes van de schilderkunst. Spijtig dat ik
mij er niet op toegelegd heb, misschien was ik uitgegroeid tot een gewaardeerd
schilderkunstenaar. Voorbije zaken nemen geen keer…
Er is niets veranderd, vroeger sneeuwde het ook en waren er ook barre
winters. Toen moesten we in het gesticht ook de sneeuw opruimen en gangpaden
maken. Het brak de sleur van het alledaagse. En we mochten met sneeuwballen
gooien, de paters deden lustig mee. Behalve de nonnen, die vervloekten ons
binnensmonds. En Jezus, getooid met een wit pak sneeuw, zag dat het goed was. Vanop
z’n kruis aan de binnenmuur. Z’n moeder, de H.Maagd zag er stralend uit. Ze zag
nog witter dan wit. Waarschijnlijk gewassen met Dreft of Persil. Maagdelijk wit,
zoals onze zieltjes toen nog waren. Kinderzieltjes die ze naar de kloten en de
verdoemenis zouden helpen…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage