De Speculanten 3.
“ Geld is gemaakt om te rollen, bij sommigen rolt hun kop mee…” zei de man.
“ Laten we hier opkrassen, ’t wordt tijd dat we een evaluatie maken, misschien moeten we een andere ploeg dit werk af laten maken…”zegt de Havik, terwijl hij aanstalten maakt om recht te staan.
“ Wat betekent die datum?”vraagt Walsky met enige aandrang.
Geen antwoord. Het lijkt wel of de Havik op een andere planeet vertoeft. Hij staart naar het bierviltje, de datum komt hem enigszins bekend voor. Een lichtje begint te branden…
“ Wat betekent die datum?”vraagt Walsky nogmaals.
“ Ik zal het je straks uitleggen…”is het antwoord van de Havik. De Havik zegt op een toon die geen tegenspraak duldt. Walsky bespeurt een zekere vorm van vijandigheid in de stem van z’n collega. Of is het maar inbeelding?
Walsky heeft altijd een boontje gehad voor de Havik. Toen hij z’n overplaatsing vroeg van de Zedenpolitie naar de Cel voor Fraudebestrijding, was de Havik de eerste die hem verwelkomde met open armen. Een extra kracht, met de staat van dienst van Kowalsky was meer dan welkom. Zijn reputatie was hem al voorgegaan. Een pitbull die z’n prooi nooit ofte nimmer loslaat. Eentje die overtuigd was van zijn heilige missie om recht en orde te laten heersen. Kowalsky zou het nog ver schoppen, was zijn conclusie. De Havik zou Kowalsky onder zijn vleugels nemen. Hem de fijne kneepjes van het vak leren. Een zedenbrigade is in niets te vergelijken met fraudebestrijding. Hier moest men soms op eieren lopen. Mensen met veel geld hebben gevoelige lange tenen. En na al die jaren wist de Havik ook wel dat geld deuren open en gesloten kunnen houden. De economische belangen waren soms groter dan het feit dat er massaal gefraudeerd werd. De Havik was aan meerdere dossiers bezig. Dossiers die in de loop der jaren alsmaar dikker werden. Dossiers die ergens in een stoffig archief terecht kwamen. Tot grote frustratie en ergernis van de Havik. Maar de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken zou hiermee komaf maken. Waar had hij dat nog gehoord?
Dit alles was de reden waarom de Havik een mannetje meer best kon gebruiken…
Er scheelt iets met de Havik, denkt Walsky terwijl hij z’n baas in ’t geniep observeert. Bij hun terugkomst op het bureau zondert de Havik zich af. Ontloopt als het ware Walsky. Walsky betrapt hem er op dat hij verschillende telefoontjes pleegt op gedempte toon. De altijd zelfverzekerde rustige Havik lijkt nu wel opgejaagd wild. Walsky begint een vaag vermoeden te hebben dat dit alles te maken heeft met het bewuste bierviltje. Wat betekent die verdomde datum? Alleen de Havik kon uitsluitsel brengen, maar voorlopig was hij niet aan te spreken. Jaren van vriendschap worden op de wip geplaatst, het zaadje van wantrouwen begint te kiemen. Misschien is het beter dat ik mijn tijd afwacht, besluit Walsky. Tijd brengt raad, zegt de Havik altijd. Intussen zal hij het dossier van de man nog eens onder de loep nemen. Wie weet vindt hij een verwijzing naar die fameuze datum…
Walsky zit aan zijn bureau. Voor hem ligt een dik dossier. Een dossier opgebouwd door de Havik. Jaren van onderzoek naar een man die schijnbaar niet te vatten is. Een man die er prat op gaat de hoogste gezagdragers te kennen. Die het ook niet onder stoelen of banken steekt. Wanneer gaan ze die dossiers nu eens allemaal digitaal verwerken, vraagt hij zich af. ’t Zou een pak minder werk zijn. Dat geloop telkenmale naar de archieven, stukken die verdwijnen, complete dossiers die spoorloos zijn. ’t Is niet moeilijk dat er veel in de doofpot verdwijnt. Justitie is zo lek als een zeef. Men loopt hier binnen en buiten als in een duivenkot. Maar kom, denkt hij, laten we op zoek gaan naar enig bruikbaar materiaal.
Dossier FB/2005/ 21041955 Pascal Vertonghen.
Hé, de man heeft een naam. Onder elkaar spreken ze altijd over “ de man “. De man dit, de man dat…de enige verwijzing is het dossiernummer. Hoeveel hebben er al aan dit dossier gewerkt? In het register dat gekleefd is op de binnenkant van de kaft, telt hij er zo maar eventjes tweeëntwintig.
Tweeëntwintig. Waarvan hij er maar twee van kent. Er zitten ook foto’s in de kaft. Uit vroegere tijden. En een recent foto, genomen vanuit een anonieme wagen, van de man. Walsky spreidt de foto’s op zijn bureau. Zoekt naar een aanknopingspunt. Eén foto trekt zijn aandacht…
©GoNo
“ Laten we hier opkrassen, ’t wordt tijd dat we een evaluatie maken, misschien moeten we een andere ploeg dit werk af laten maken…”zegt de Havik, terwijl hij aanstalten maakt om recht te staan.
“ Wat betekent die datum?”vraagt Walsky met enige aandrang.
Geen antwoord. Het lijkt wel of de Havik op een andere planeet vertoeft. Hij staart naar het bierviltje, de datum komt hem enigszins bekend voor. Een lichtje begint te branden…
“ Wat betekent die datum?”vraagt Walsky nogmaals.
“ Ik zal het je straks uitleggen…”is het antwoord van de Havik. De Havik zegt op een toon die geen tegenspraak duldt. Walsky bespeurt een zekere vorm van vijandigheid in de stem van z’n collega. Of is het maar inbeelding?
Walsky heeft altijd een boontje gehad voor de Havik. Toen hij z’n overplaatsing vroeg van de Zedenpolitie naar de Cel voor Fraudebestrijding, was de Havik de eerste die hem verwelkomde met open armen. Een extra kracht, met de staat van dienst van Kowalsky was meer dan welkom. Zijn reputatie was hem al voorgegaan. Een pitbull die z’n prooi nooit ofte nimmer loslaat. Eentje die overtuigd was van zijn heilige missie om recht en orde te laten heersen. Kowalsky zou het nog ver schoppen, was zijn conclusie. De Havik zou Kowalsky onder zijn vleugels nemen. Hem de fijne kneepjes van het vak leren. Een zedenbrigade is in niets te vergelijken met fraudebestrijding. Hier moest men soms op eieren lopen. Mensen met veel geld hebben gevoelige lange tenen. En na al die jaren wist de Havik ook wel dat geld deuren open en gesloten kunnen houden. De economische belangen waren soms groter dan het feit dat er massaal gefraudeerd werd. De Havik was aan meerdere dossiers bezig. Dossiers die in de loop der jaren alsmaar dikker werden. Dossiers die ergens in een stoffig archief terecht kwamen. Tot grote frustratie en ergernis van de Havik. Maar de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken zou hiermee komaf maken. Waar had hij dat nog gehoord?
Dit alles was de reden waarom de Havik een mannetje meer best kon gebruiken…
Er scheelt iets met de Havik, denkt Walsky terwijl hij z’n baas in ’t geniep observeert. Bij hun terugkomst op het bureau zondert de Havik zich af. Ontloopt als het ware Walsky. Walsky betrapt hem er op dat hij verschillende telefoontjes pleegt op gedempte toon. De altijd zelfverzekerde rustige Havik lijkt nu wel opgejaagd wild. Walsky begint een vaag vermoeden te hebben dat dit alles te maken heeft met het bewuste bierviltje. Wat betekent die verdomde datum? Alleen de Havik kon uitsluitsel brengen, maar voorlopig was hij niet aan te spreken. Jaren van vriendschap worden op de wip geplaatst, het zaadje van wantrouwen begint te kiemen. Misschien is het beter dat ik mijn tijd afwacht, besluit Walsky. Tijd brengt raad, zegt de Havik altijd. Intussen zal hij het dossier van de man nog eens onder de loep nemen. Wie weet vindt hij een verwijzing naar die fameuze datum…
Walsky zit aan zijn bureau. Voor hem ligt een dik dossier. Een dossier opgebouwd door de Havik. Jaren van onderzoek naar een man die schijnbaar niet te vatten is. Een man die er prat op gaat de hoogste gezagdragers te kennen. Die het ook niet onder stoelen of banken steekt. Wanneer gaan ze die dossiers nu eens allemaal digitaal verwerken, vraagt hij zich af. ’t Zou een pak minder werk zijn. Dat geloop telkenmale naar de archieven, stukken die verdwijnen, complete dossiers die spoorloos zijn. ’t Is niet moeilijk dat er veel in de doofpot verdwijnt. Justitie is zo lek als een zeef. Men loopt hier binnen en buiten als in een duivenkot. Maar kom, denkt hij, laten we op zoek gaan naar enig bruikbaar materiaal.
Dossier FB/2005/ 21041955 Pascal Vertonghen.
Hé, de man heeft een naam. Onder elkaar spreken ze altijd over “ de man “. De man dit, de man dat…de enige verwijzing is het dossiernummer. Hoeveel hebben er al aan dit dossier gewerkt? In het register dat gekleefd is op de binnenkant van de kaft, telt hij er zo maar eventjes tweeëntwintig.
Tweeëntwintig. Waarvan hij er maar twee van kent. Er zitten ook foto’s in de kaft. Uit vroegere tijden. En een recent foto, genomen vanuit een anonieme wagen, van de man. Walsky spreidt de foto’s op zijn bureau. Zoekt naar een aanknopingspunt. Eén foto trekt zijn aandacht…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage