De Speculanten 2.
“ Geld is als een mooie vrouw, je krijgt er nooit genoeg van…”zei de man.
De Havik en Walsky kijken elkaar aan alsof de bliksem ingeslagen is. Wat nu geblazen, zei de kikker. Hun zorgvuldig opgezette undercoveroperatie ziet er plots uit als een glazen huis. Maanden van voorbereiding weggeveegd door een simpel grijnslachje. De Havik neemt het, zoals gewoonlijk, rustig op. Walsky daarentegen, heeft veel zin om op de man toe te stappen en z’n hete koffie over z’n lachende tronie te gieten. Maar een blik naar de Havik weerhoudt hem om z’n voornemens uit te voeren…
“ ‘k Heb zo ’t gevoel dat die vent ons staat uit te lachen…”zegt hij met nauwelijks verholen woede.
“ Walsky, die vent wil ons uitdagen, een spelletje spelen, misschien berust het allemaal op een vergissing, een persoonsverwisseling of hoe noemen ze dat ook weer?”antwoordt de Havik op rustige toon.
“ Havik, hier steekt meer achter. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er iemand onze identiteit gelekt heeft…”
“ Walsky, je ziet spoken, wie heeft er belang bij om ons te verraden? Bij mijn weten hebben we toch geen vijanden in het korps?”
“ Vandaag vrienden, morgen vijanden. Dat heb je met een justitie waar iedereen elkaar voor de voeten loopt…”besluit Walsky met nazinderende woede in z’n stem.
“ Zie je die twee mannen aan dat tafeltje buiten? Dat zijn flikken. Flikken van de financiële sectie. Werken nauw samen met de belastingen. ‘k Zou maar oppassen met wat je zegt, misschien zijn ze wel op zoek naar één van jullie…”zegt de man, terwijl hij z’n glas witte wijn naar z’n mond brengt.
“ Ga weg, jong, die twee zijn gewoon bedienden, die van hun vrij uurtje genieten. Flikken? Laat me niet lachen. Je kijkt teveel naar feuilletonnekjes. Straks ga je nog zeggen dat ze hier aan ’t draaien zijn voor Aspe of Code 37…”antwoordt de barman.
“ Flupke, ik zeg je dat het twee flikken zijn, ‘k zal zelfs nog meer zeggen, die met z’n grijs haar heten ze de Havik. Die andere moet z’n collega Kowalsky zijn. Wanneer je de ene ziet, zie je de andere…Dien Havik zit tot over z’n oren in de schulden, zeg dat ik het gezegd heb…”
“ En toevallig ken je ze, zeker? Werk jij soms bij de staatsveiligheid? Die weten ook alles over iedereen hé?”
“ Ik ken ze, neem dat gerust van mij aan…”. De man begint met z’n armen te zwaaien om z’n woorden kracht bij te zetten. De barman brengt z’n wijsvinger naar z’n hoofd om duidelijk te maken dat men er zich niets moet van aantrekken. Een beetje loco hé?
De tooggangers schieten in een lach. Wat een onzin. Alsof flikken niets anders te doen hebben dan hun tijd te verslijten in een bistro. Zouden die hun consumpties ook mogen betalen met een visakaart? Met al die bezuinigingen zullen ze niet ver lopen.
De man drinkt z’n glas leeg, betaalt en neemt z’n zwarte aktetas.
“ Tot morgen, beste vrienden…”
Niemand antwoordt.
’t Kan de man weinig schelen. Het zoveelste bewijs dat het allemaal boeren zijn in maatpak. Hij neemt een bierviltje en schrijft er iets op. Houdt het in z’n rechterhand. Met kwieke pas baant hij zich een weg door het drukke etablissement. Hij stevent recht af op de twee flikken. Stopt het bierviltje in de hand van de Havik. De Havik knippert zelfs niet met z’n ogen. Walsky valt bijna van z’n stoel.
De man verdwijnt tussen het volk. De regen kan hem niet deren. Hij weet nu al dat hij gewonnen heeft. Een tweespalt drijven tussen twee vrienden, daar geniet hij van.
“ Wat staat er op dat viltje?”vraagt Walsky.
De Havik opent z’n hand, draait het viltje om en leest hardop het sierlijke handschrift:
“ Denk aan 11/03/2005…”
©GoNo
De Havik en Walsky kijken elkaar aan alsof de bliksem ingeslagen is. Wat nu geblazen, zei de kikker. Hun zorgvuldig opgezette undercoveroperatie ziet er plots uit als een glazen huis. Maanden van voorbereiding weggeveegd door een simpel grijnslachje. De Havik neemt het, zoals gewoonlijk, rustig op. Walsky daarentegen, heeft veel zin om op de man toe te stappen en z’n hete koffie over z’n lachende tronie te gieten. Maar een blik naar de Havik weerhoudt hem om z’n voornemens uit te voeren…
“ ‘k Heb zo ’t gevoel dat die vent ons staat uit te lachen…”zegt hij met nauwelijks verholen woede.
“ Walsky, die vent wil ons uitdagen, een spelletje spelen, misschien berust het allemaal op een vergissing, een persoonsverwisseling of hoe noemen ze dat ook weer?”antwoordt de Havik op rustige toon.
“ Havik, hier steekt meer achter. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er iemand onze identiteit gelekt heeft…”
“ Walsky, je ziet spoken, wie heeft er belang bij om ons te verraden? Bij mijn weten hebben we toch geen vijanden in het korps?”
“ Vandaag vrienden, morgen vijanden. Dat heb je met een justitie waar iedereen elkaar voor de voeten loopt…”besluit Walsky met nazinderende woede in z’n stem.
“ Zie je die twee mannen aan dat tafeltje buiten? Dat zijn flikken. Flikken van de financiële sectie. Werken nauw samen met de belastingen. ‘k Zou maar oppassen met wat je zegt, misschien zijn ze wel op zoek naar één van jullie…”zegt de man, terwijl hij z’n glas witte wijn naar z’n mond brengt.
“ Ga weg, jong, die twee zijn gewoon bedienden, die van hun vrij uurtje genieten. Flikken? Laat me niet lachen. Je kijkt teveel naar feuilletonnekjes. Straks ga je nog zeggen dat ze hier aan ’t draaien zijn voor Aspe of Code 37…”antwoordt de barman.
“ Flupke, ik zeg je dat het twee flikken zijn, ‘k zal zelfs nog meer zeggen, die met z’n grijs haar heten ze de Havik. Die andere moet z’n collega Kowalsky zijn. Wanneer je de ene ziet, zie je de andere…Dien Havik zit tot over z’n oren in de schulden, zeg dat ik het gezegd heb…”
“ En toevallig ken je ze, zeker? Werk jij soms bij de staatsveiligheid? Die weten ook alles over iedereen hé?”
“ Ik ken ze, neem dat gerust van mij aan…”. De man begint met z’n armen te zwaaien om z’n woorden kracht bij te zetten. De barman brengt z’n wijsvinger naar z’n hoofd om duidelijk te maken dat men er zich niets moet van aantrekken. Een beetje loco hé?
De tooggangers schieten in een lach. Wat een onzin. Alsof flikken niets anders te doen hebben dan hun tijd te verslijten in een bistro. Zouden die hun consumpties ook mogen betalen met een visakaart? Met al die bezuinigingen zullen ze niet ver lopen.
De man drinkt z’n glas leeg, betaalt en neemt z’n zwarte aktetas.
“ Tot morgen, beste vrienden…”
Niemand antwoordt.
’t Kan de man weinig schelen. Het zoveelste bewijs dat het allemaal boeren zijn in maatpak. Hij neemt een bierviltje en schrijft er iets op. Houdt het in z’n rechterhand. Met kwieke pas baant hij zich een weg door het drukke etablissement. Hij stevent recht af op de twee flikken. Stopt het bierviltje in de hand van de Havik. De Havik knippert zelfs niet met z’n ogen. Walsky valt bijna van z’n stoel.
De man verdwijnt tussen het volk. De regen kan hem niet deren. Hij weet nu al dat hij gewonnen heeft. Een tweespalt drijven tussen twee vrienden, daar geniet hij van.
“ Wat staat er op dat viltje?”vraagt Walsky.
De Havik opent z’n hand, draait het viltje om en leest hardop het sierlijke handschrift:
“ Denk aan 11/03/2005…”
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage