Genieten op m’n balkonnetje…
Ik zit op m’n balkon, de zon brandt en het is er 22 °. In de winter een diepvriezer en in de zomer een broeikas. Dat heb je als je juist onder een plat dak woont. Voor m’n neus staat een kopje lindethee te dampen. M’n god, wat verlang ik nu naar een pafferke. Maar sedert ik gestopt ben met roken is het genot van een sigaretje taboe geworden.
M’n zaaigoed gedijt, moet ik zeggen. Ik wacht met ongeduld af tot m’n balkonnetje herschapen wordt in een bloementapijt. De hyacinthen bloeien en verspreiden een geur die mij doet wegdromen. Het nieuws gaat nog altijd over Libië en Japan. Een weerman komt mij vertellen dat we geen schrik moeten hebben van een radio-actieve wolk. Een radio-actieve wolk op de radio, hoe verzinnen ze het? Moest ze boven ons hoofd hangen, dan volstaat het om ramen en deuren te sluiten. En ons vol te proppen met jodiumtabletten. Wat een hele geruststelling is, nee toch?
Ik vermoed dat de volgende generatie Japanse wagens op nucleaire energie zullen rijden. Ze zullen toch ergens met hun afval moeten blijven. Die wagens zullen ’s nachts licht afgeven, overdag ook. Wat meteen een bezuiniging is op de elektriciteitsfactuur. Geen lichten meer die volop hangen te branden voor twee man en een paardenkop. Gedaan met berekenen hoeveel er van het gezinsbudget kan gespendeerd worden aan de pomp. Zo een nucleaire batterij gaat eeuwen mee. Stroom voor onze andere levensnoodzakelijke behoeften kunnen we gewoon aftappen van onze auto. Dag overmaatse rekeningen van Electrabel. Er wacht ons een gouden toekomst. Waar een mens allemaal niet aan denkt, terwijl hij zit te genieten van de zon.
Er zitten drie katten op het platte dak van de garageboxen. Waarschijnlijk spreken ze nu al af waar ze het beest gaan uithangen deze nacht. Een ekster landt met vier soortgenoten in de buurt van de katten. Je zou verwachten dat er een kleine oorlog uitbreekt, gezien katten toch op vogels jagen. Maar nee, er gebeurt niets. Te lui om te helpen donderen. ‘t Kan ook zijn dat die eksters geen katjes zijn om zonder handschoenen aan te pakken. Een duif wil zich ook op het dak nestelen, maar dat laten die verdomde eksters niet toe. Zelfs in de vogelwereld is er schijnbaar een rangorde. Kitty, m’n gewezen kostgangster, is ook van de partij. Ik roep haar naam, ze antwoordt met een schrille miauw. De twee andere katten ook, maar die ken ik alleen van zien. Dus roep ik dat ze hun muilen moeten dichthouden.
De onderbuur vraagt of hij ook z’n muil moet dichthouden. Ja, zeg ik, want er komt toch niets serieus uit. Hij vraagt of ik goesting heb in een muilpeer op een donderdagmiddag. Nee, ik heb liever een Kriekske. Ge gaat nog veranderen in een Kriek, is z’n weldoordachte repliek. Ge moet er maar opkomen, denk ik. Een Kriekske en een sigaretje, dat zou me smaken. Maar de kans is groot dat ik dan weer in slaap val en mij verbrand. Zoals vroeger eens gebeurd is. Een gat in m’n trui en een smeulend gat in m’n zetel. Voor dezelfde prijs staat heel uw kot in de fik hé? Sedert die fameuze dag ben ik een stuk voorzichtiger geworden…
Zomaar een doordeweeks dagje op m’n balkonnetje. De moto’s worden uit de boxen gehaald, worden opgeblonken. De hedendaagse ridders op hun stalen rossen. ’t Is uit met de pret. Het lawaai dat die machines uitbraken verpesten m’n humeur. Eigenaardig, als de ene z’n machine laat warmlopen, doet de andere dat ook. Van kuddegeesten gesproken. Kijk, de mijne doet 250 km per uur. So what? Als ik teveel Kriek gedronken heb,heb ik de indruk dat ik aan 300 per uur leef. Da’s maar een illusie, want feitelijk ga ik maar per uur ene meter vooruit. Laatsleden ben ik nog verloren tegen een slak, maar die had wijn gezopen. ’t Was een wijngaardslak hé. Zat ook nog boordevol doping want ze volgde netjes de witte lijn. Alsof ze een lijntje aan het snuiven was. Ik was geklopt met luttele seonden, maar ’t was genoeg om een ferme deuk in m’n ego te slaan. Als ik nu een slak zie, ga ik er met een boog omheen, kwestie van respect te tonen.
He, een jonge frisse meid installeert zich in de tuin. In bikini. Even m’n verrekijker halen om de tuin te bewonderen. De bloemen staan er ook in bloei, de deerne ook, zo te zien. Handig zo’n verrekijker. Haarscherp ook. Ik kan bij wijze van spreken de nerven op de bladeren zien, haar bikinlijn ook. Maar da’s maar bijkomstig. Ik ben nu eenmaal een bewonderaar van al wat de natuur voortbrengt. Leve de zon, de bloemen, de vogels, de katten en de frisse deerne…
©GoNo
M’n zaaigoed gedijt, moet ik zeggen. Ik wacht met ongeduld af tot m’n balkonnetje herschapen wordt in een bloementapijt. De hyacinthen bloeien en verspreiden een geur die mij doet wegdromen. Het nieuws gaat nog altijd over Libië en Japan. Een weerman komt mij vertellen dat we geen schrik moeten hebben van een radio-actieve wolk. Een radio-actieve wolk op de radio, hoe verzinnen ze het? Moest ze boven ons hoofd hangen, dan volstaat het om ramen en deuren te sluiten. En ons vol te proppen met jodiumtabletten. Wat een hele geruststelling is, nee toch?
Ik vermoed dat de volgende generatie Japanse wagens op nucleaire energie zullen rijden. Ze zullen toch ergens met hun afval moeten blijven. Die wagens zullen ’s nachts licht afgeven, overdag ook. Wat meteen een bezuiniging is op de elektriciteitsfactuur. Geen lichten meer die volop hangen te branden voor twee man en een paardenkop. Gedaan met berekenen hoeveel er van het gezinsbudget kan gespendeerd worden aan de pomp. Zo een nucleaire batterij gaat eeuwen mee. Stroom voor onze andere levensnoodzakelijke behoeften kunnen we gewoon aftappen van onze auto. Dag overmaatse rekeningen van Electrabel. Er wacht ons een gouden toekomst. Waar een mens allemaal niet aan denkt, terwijl hij zit te genieten van de zon.
Er zitten drie katten op het platte dak van de garageboxen. Waarschijnlijk spreken ze nu al af waar ze het beest gaan uithangen deze nacht. Een ekster landt met vier soortgenoten in de buurt van de katten. Je zou verwachten dat er een kleine oorlog uitbreekt, gezien katten toch op vogels jagen. Maar nee, er gebeurt niets. Te lui om te helpen donderen. ‘t Kan ook zijn dat die eksters geen katjes zijn om zonder handschoenen aan te pakken. Een duif wil zich ook op het dak nestelen, maar dat laten die verdomde eksters niet toe. Zelfs in de vogelwereld is er schijnbaar een rangorde. Kitty, m’n gewezen kostgangster, is ook van de partij. Ik roep haar naam, ze antwoordt met een schrille miauw. De twee andere katten ook, maar die ken ik alleen van zien. Dus roep ik dat ze hun muilen moeten dichthouden.
De onderbuur vraagt of hij ook z’n muil moet dichthouden. Ja, zeg ik, want er komt toch niets serieus uit. Hij vraagt of ik goesting heb in een muilpeer op een donderdagmiddag. Nee, ik heb liever een Kriekske. Ge gaat nog veranderen in een Kriek, is z’n weldoordachte repliek. Ge moet er maar opkomen, denk ik. Een Kriekske en een sigaretje, dat zou me smaken. Maar de kans is groot dat ik dan weer in slaap val en mij verbrand. Zoals vroeger eens gebeurd is. Een gat in m’n trui en een smeulend gat in m’n zetel. Voor dezelfde prijs staat heel uw kot in de fik hé? Sedert die fameuze dag ben ik een stuk voorzichtiger geworden…
Zomaar een doordeweeks dagje op m’n balkonnetje. De moto’s worden uit de boxen gehaald, worden opgeblonken. De hedendaagse ridders op hun stalen rossen. ’t Is uit met de pret. Het lawaai dat die machines uitbraken verpesten m’n humeur. Eigenaardig, als de ene z’n machine laat warmlopen, doet de andere dat ook. Van kuddegeesten gesproken. Kijk, de mijne doet 250 km per uur. So what? Als ik teveel Kriek gedronken heb,heb ik de indruk dat ik aan 300 per uur leef. Da’s maar een illusie, want feitelijk ga ik maar per uur ene meter vooruit. Laatsleden ben ik nog verloren tegen een slak, maar die had wijn gezopen. ’t Was een wijngaardslak hé. Zat ook nog boordevol doping want ze volgde netjes de witte lijn. Alsof ze een lijntje aan het snuiven was. Ik was geklopt met luttele seonden, maar ’t was genoeg om een ferme deuk in m’n ego te slaan. Als ik nu een slak zie, ga ik er met een boog omheen, kwestie van respect te tonen.
He, een jonge frisse meid installeert zich in de tuin. In bikini. Even m’n verrekijker halen om de tuin te bewonderen. De bloemen staan er ook in bloei, de deerne ook, zo te zien. Handig zo’n verrekijker. Haarscherp ook. Ik kan bij wijze van spreken de nerven op de bladeren zien, haar bikinlijn ook. Maar da’s maar bijkomstig. Ik ben nu eenmaal een bewonderaar van al wat de natuur voortbrengt. Leve de zon, de bloemen, de vogels, de katten en de frisse deerne…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage