GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 11 februari 2011

De Bende van Zorro 2.

’t Is nacht en de maan schijnt vollen bak. Huize Krankenstein slaapt de slaap der rechtvaardigen. De verpleger met nachtdienst ligt ergens op de zolder te rollebollen met de verpleegster met nachtdienst. De gevaarlijkste patienten liggen netjes vastgebonden op hun bed, na eerst een ferme spuit ontvangen te hebben. Platspuiten heet dat. Maar schijn bedriegt, met volle maan is het oppassen geblazen zei de kikker tegen de ooievaar…
Er sluipt een vreemde vogel rond in de tuin. Een mooie tuin, het moge gezegd ende geschreven worden. Overal zie je Japanse bloementapijten en er staat een echte geïmporteerde Hollandse molen in het midden naast de fontein. De bewoners hebben, bij wijze van therapie, zelf de tuin ontworpen. In het begin waren er kleine kinderziektes, maar in samenspraak met de tuinman is alles toch nog goed gekomen. En toen de directrice eindelijk op de knop mocht drukken, was het geluk compleet. De Hollandse molen spoot water en de fontein deed nikske. Foutje in de aansluitingen. Te gek om los te lopen, zei Zorro tegen z’n knecht. Die stemde er zwijgend mee in. Maar een molen die water spuit heeft ook z’n charmes zegt Napoleon tegen Nero. Pffff, is het antwoord van Nero, allemaal afgekeken van de Romeinen. Een klein manneke met dito snorretje, die zich Herr Dolf laat noemen, zegt dat ze beter een U-boot in de hof hadden gezet. Water is er nu toch genoeg.
Zorro schiet wakker, spitst z’n oren. Hoort hij daar niet z’n trouwe viervoeter Tornado die weigert uit de bezemkast te komen? Iemand wil z’n paard stelen? Dan kennen ze Zorro nog niet. Vliegensvlug springt hij uit z’n bedstede, roept z’n knecht. Om vervolgens z’n houten zwaard om te gespen en als de bliksem naar beneden te lopen met vier treden tegelijk. De deur naar de tuin staat open, wat een bewijs is dat er wel degelijk ingebroken is. Of uitgebroken, maar dat is een detail in de geschiedschrijving van huize Krankenstein. Zorro heeft zo’n vaart dat hij over de ballustrade vliegt en een metertje lager terechtkomt tussen de begonia’s en de tulpen. Verdomme, denkt hij, wat een held allemaal niet moet doen voor een paard.
Een silhouet tekent zich af op de grond recht voor hem. Een reus van een vent, zo te zien. Zorro fluit op z’n paard. Het beest luistert naar z’n baasje en briest en stampt.
“ Houd daar mee op…”hoort hij een venijnige stem.
“ Vuile smerige dief, kom hier dat ik je aan m’n zwaard rijg…”
“ Weet je wel tegen wie je het woord aan het richten zijt?” vraagt de stem met licht Spaans accent.
“ ’t Zal me worst wezen, chippolata of beuling, ge moogt kiezen…”
“ Ik ben Don Quichote de la Mancha en ik haat Hollandse molens, volg mij en samen zullen wij ten strijde trekken tegen het onrecht…”
“ Ha, een edele ridder die tegen windmolens vecht. Maar dat geeft je nog niet het recht om m’n paard te stelen. Voor dat je ten strijde trekt moet je eerst zorgen dat je een viervoeter hebt hé?”
“ Staat uwen naam op diene bezem?”vraagt Don Quichote geslepen.
“ Iedereen weet dat diene bezem Tornado heet, ’t kan ook Tomado zijn, maar wie ligt daar nu van wakker hé?”
De verpleger en de verpleegster met nachtdienst zijn wakker, alsmede de helft van huize Krankenstein. Want Don Quichote is z’n gevecht met de molen al begonnen. Het Japanse bloementapijt wordt vakkundig vertrappelt, de Hollandse molen krijgt er duchtig van langs en probeert al molenwiekend de vlucht te nemen voor al dat barbaars geweld. Maar ’t is gemakkelijker gezegd dan gedaan als men vastgeklonken is op een vierkante meter beton.
“ Alles kaput machen…” roept Herr Dolf boven het rumoer uit.
“ We moeten de infanterie op de linkerflank dekking geven…”zegt Napoleon.
“ De teerling is geworpen in de pietjesbak…”doet Nero er een schepje bovenop.

De lichten gaan aan en plots baadt de tuin in een zee van licht. Wat een ravage. De verpleger, een boom van een vent, rept zich naar Don Quichote die zich van geen kwaad bewust is. Z’n vuist komt met een knal tegen de schouder van de edele ridder terecht, wat hem enigszins uit evenwicht brengt.
“ Verdomme, ik word langs achteren genomen…”zegt Don Quichote.
Hij draait zich om en zo staan ze beiden oog in oog met elkaar. De verpleger ziet nu pas dat Don Quichote de kapstok uit de gang als lans in z’n handen heeft…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage