Hoera, ’t is een jongen…
Er zijn van die dagen dat je je afvraagt waarom je in godsnaam geboren bent. Maar dat kan je je beter niet afvragen. Laat ons maar zeggen dat het een speling van de natuur was. Een noodlottig iets. Niemand vraagt om geboren te worden hé? Ze maken ons, met of zonder plezier, en negen maanden nadien moet je eruit. Willen of niet. ’t Is van moeten. Gedaan met gewichtloos in ’t vruchtwater te zweven. Gedaan met de geborgenheid van de moederschoot…
Ze gaan je eens kennis laten maken met de grote mensenwereld. Je tijd is gekomen om deel uit te maken van de maatschappij. Maar ’t zal je worst wezen want voorlopig mag je nog zuigen op je duim. Later, ettelijke jaren later, zal je vanalles uit je duim proberen te zuigen. Zeker als je weer iets fout gedaan hebt. Je uur is geslagen, er is geen ontkomen meer aan. Je voelt dat het vandaag gaat gebeuren. Je bent onrustig, vangt de geluiden van de buitenwereld op. Miljaarde, denk je, die negen maanden zijn toch vlug voorbijgegaan. Je hoort je moeder praten tegen de verpleegster. Niet ongerust maken, ’t is toch je eerste kleine niet? Nee, denk je en de laatste ook niet…
Wat krijgen we nu? Je wordt dooreengeschud als een zak patatten, het vruchtwater is als een woelige zee. Mama heeft een lek, is je eerste gedachte. Het water loopt weg, stuwt je mee. Beetje tegenstribbelen kan geen kwaad. Persen, persen en diep inademen, hoor je op de achtergrond. Dat zie je van hier, ‘k zit juist lekker. Maar ’t is tegen je mama dat ze bezig zijn. Je geeft het op, ’t heeft geen zin om nu al de ezel uit te hangen.
Proficiat, mevrouwtje, ’t is een jongen…
Het moment van de waarheid is aangebroken. Je vertrouwde wereldje waarin je negen maanden leefde is niet meer. Je bent er eventjes stil van. Maar da’s maar voor enkele minuten. Krijg je daar ineens een klap op je baby-achterste dat je oren nu al een toekomstig gebrek vertonen. Dat begint hier niet goed, denk je. ‘k Zal m’n keel eens openzetten. De dokter zegt dat je goede longen hebt en dat je goed in ’t vlees zit. Alsof hij over een speenvarkentje praat. Je hebt honger, waar blijft jouw eten, moet je hier alles zelf doen? Maar om te eten moet je proper aan tafel komen, in jouw geval de borst. Mama wil je de borst niet geven, haar borsten dienen voor ’t genot van haar man. Dus is het behelpen met de fles. Rammen ze zo’n fopspeen met pure rubbersmaak in je mondje. Om van te kotsen. Wat je ook doet. Mama wordt boos, haar nachtjapon stinkt naar baby-maagzuur. Zou je ook je darmen eventjes ontluchten? Baja, waarom niet. ’t Is een beetje langs de slappe kant, maar wat wil je, je bent juist geboren. Je moeder heb jezelf niet gekozen, je vader evenmin. Maar je bent nu deel van dit harmonieuze gezinnetje. Je hoopt er het beste van. ’t Kan meevallen of tegenslaan. Bij 10% van de baby’s slaat het tegen, waarom ben jij dan bij die 10%? Vraag je je af.
Je vraagt je nog steeds af het een wereld van verschil zou gemaakt hebben moest je als meisje geboren zijn. Hoera, driewerf hoera, ’t is een jongen en hij zal het geweten hebben…
©GoNo
Ze gaan je eens kennis laten maken met de grote mensenwereld. Je tijd is gekomen om deel uit te maken van de maatschappij. Maar ’t zal je worst wezen want voorlopig mag je nog zuigen op je duim. Later, ettelijke jaren later, zal je vanalles uit je duim proberen te zuigen. Zeker als je weer iets fout gedaan hebt. Je uur is geslagen, er is geen ontkomen meer aan. Je voelt dat het vandaag gaat gebeuren. Je bent onrustig, vangt de geluiden van de buitenwereld op. Miljaarde, denk je, die negen maanden zijn toch vlug voorbijgegaan. Je hoort je moeder praten tegen de verpleegster. Niet ongerust maken, ’t is toch je eerste kleine niet? Nee, denk je en de laatste ook niet…
Wat krijgen we nu? Je wordt dooreengeschud als een zak patatten, het vruchtwater is als een woelige zee. Mama heeft een lek, is je eerste gedachte. Het water loopt weg, stuwt je mee. Beetje tegenstribbelen kan geen kwaad. Persen, persen en diep inademen, hoor je op de achtergrond. Dat zie je van hier, ‘k zit juist lekker. Maar ’t is tegen je mama dat ze bezig zijn. Je geeft het op, ’t heeft geen zin om nu al de ezel uit te hangen.
Proficiat, mevrouwtje, ’t is een jongen…
Het moment van de waarheid is aangebroken. Je vertrouwde wereldje waarin je negen maanden leefde is niet meer. Je bent er eventjes stil van. Maar da’s maar voor enkele minuten. Krijg je daar ineens een klap op je baby-achterste dat je oren nu al een toekomstig gebrek vertonen. Dat begint hier niet goed, denk je. ‘k Zal m’n keel eens openzetten. De dokter zegt dat je goede longen hebt en dat je goed in ’t vlees zit. Alsof hij over een speenvarkentje praat. Je hebt honger, waar blijft jouw eten, moet je hier alles zelf doen? Maar om te eten moet je proper aan tafel komen, in jouw geval de borst. Mama wil je de borst niet geven, haar borsten dienen voor ’t genot van haar man. Dus is het behelpen met de fles. Rammen ze zo’n fopspeen met pure rubbersmaak in je mondje. Om van te kotsen. Wat je ook doet. Mama wordt boos, haar nachtjapon stinkt naar baby-maagzuur. Zou je ook je darmen eventjes ontluchten? Baja, waarom niet. ’t Is een beetje langs de slappe kant, maar wat wil je, je bent juist geboren. Je moeder heb jezelf niet gekozen, je vader evenmin. Maar je bent nu deel van dit harmonieuze gezinnetje. Je hoopt er het beste van. ’t Kan meevallen of tegenslaan. Bij 10% van de baby’s slaat het tegen, waarom ben jij dan bij die 10%? Vraag je je af.
Je vraagt je nog steeds af het een wereld van verschil zou gemaakt hebben moest je als meisje geboren zijn. Hoera, driewerf hoera, ’t is een jongen en hij zal het geweten hebben…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage