GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 16 maart 2010

ZIJN verhaal 3

Philly nam terug plaats aan de tafel, er zich van bewust dat Staartje hem bekeek met een ietwat verliefde blik in haar schele ogen. Z'n moeder, onzichtbaar maar aanwezig, zat met haar knokige vingers te tokkelen op het witte tafellaken. Hij kende dat. Ze was weer eens ongeduldig, 't ging niet rap genoeg naar haar zin.
" Vertel haar het verhaaltje van de twee Philly's. Het verhaaltje van toen je nog optrad en per ongeluk je assistente in tweeën zaagde. Gans het podium onder het bloed en de mensen gingen uit de bol en de tent ook. Zoveel succes heb je nadien nooit meer gehad hé?"siste ze in z'n nog steeds met muts bedekte oren.
" Mams, dat zijn oude koeien die verdwaald zijn in een Amsterdamse gracht. Ik kan al evengoed over de klokken van Rome, die niet wisten waar hun klepels hingen, babbelen. Wie zit daar nu op te wachten?"
" Dat verhaaltje ken ik nog niet, misschien moet je het wel vertellen, idioter dan ze nu al is, kan ze toch niet meer worden hé?"spuwde mama haar hatelijkheden in z'n gezicht.
" Praat jij veel tegen jezelf?"vroeg Staartje.
" Euh, drink jij niet wat veel?"was z'n wederwoord.
" Nee, ik drink alleen maar als ik dorst heb en ik ben geboren met een droge lever. Een genetische afwijking waar heel m'n familie al generaties mee opgescheept zit."
" Vandaar die grote boezem? Misschien zijn die joekels wel opslagtanks voor in tijden van nood hé?"
Ze bloosde, in haar wangen verschenen diepe kuiltjes. Wat haar een geheel ander uitzicht gaf. Ze had wel iets, die kuiltjes deden hem denken aan z'n dode hond, z'n dode kat en z'n dode dwergparkiet. Die had hij netjes in kuiltjes begraven, onder de berkenboom. Toen speelde hij " Ik ben God en...". Een spelleke waarin hij mocht beslissen wie er vandaag dood moest. Hij was het rap beu, vond er niets meer aan na het derde doodvonnis. Had ook een gebrek aan lijdende voorwerpen. Zocht een manier om z'n buurjongetje mee te betrekken in z'n goddelijk spel. Wat hij later ook deed, maar dit terzijde.
" Mag ik je vragen waarom je die muts nog steeds niet wil afzetten? Of is het een geheim?"
" Voilà, zoontjelief, nu zit ge met de gebakken peren. Hoe ga je je daar uitlullen? 't Moest ervan komen hé? Wie draagt er nu een muts in een restaurant? Je valt hier evenveel op als een pinguin op een zomers terrasje ergens aan de Cote d' Azur of Osama bin Laden in 't Pentagon."
Philly was het zo beu als kouwe pap, altijd dat gezaag, voor één keer wilde hij zelf de touwtjes in handen nemen. Zonder dat het moest eindigen in wurgseks. Hij voelde iets voor Staartje. Het prille begin van een mooie relatie, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en vurige passie. Meer moest dat niet zijn hé?
" Wat was de vraag ook al weer?"
" Waarom je die muts niet afzet?"
" Wil je dat ik m'n muts afzet, Staartje?"
" Ja, Philly, de mensen kijken naar ons, of ze vinden ons het perfecte koppel of ze vinden ons het meest idiote koppel uit de annalen van den Dag Allemaal en de Story..."
Philly twijfelde, zag al z'n beginnende relaties die afgeknapt waren toen ze zijn grote flappies zagen, de revue passeren.. Waarna hij bijna verplicht was, op aanraden van mama, hen een lesje te leren. En ze speelden allemaal het spelletje mee. Zonder uitzondering. " Ik ben God en..." was in die dagen een populair spelletje. De hof was bezaaid met kuilen, grote en kleine, naargelang de stoffelijke resten die er begraven lagen en die, het mag gezegd worden, perfect als compost dienden. De worteltjes waren zo groot geworden, dankzij deze meststof. De buurman kon er maar niet genoeg van krijgen, zo lekker waren ze.
" Staartje, als ik m'n muts niet afzet, is het omdat ik dan meer inspiratie krijg, ik schrijf en ik dicht ook. Het is een soort van artistieke vrijheid, de ene heeft een cowboyhoed op, terwijl ze zelfs geen paard hebben, de andere draagt een keppeltje of een hoofddoek. Ik draag een mutske, die m'n arme moeder, God hebbe haar ziel, nog gebreid heeft in de gure winter van 1960, toen ik nog in een kribbeke moest slapen wegens geen kinderwiegske."
Staartje werd er stil van, een traan rolde uit haar linkeroog, een traan die z'n weg vond naar haar linkermondhoek en daar eventjes bleef hangen als een parel aan een onzichtbare draad. Ze moest terugdenken aan haar jeugd, toen haar vader met een stuk in z'n kraag, haar strooien hoedje in brand stak. Terwijl ze het nog op haar kinderhoofdje droeg. In paniek stak ze haar hoofd in de wasteil en papa maar lachen. Mama ook. Tante Germaine zei dat ze niet moest huilen en nonkel Freddy nam haar op z'n schoot, er zorg voor dragende dat z'n hand toevallig tussen haar beentjes terechtkwam. Wat haar deed twijfelen wat het ergste was, die hand of het strooien hoedje...

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage