Was het nu K3, Clouseau of Mozart?
’t Is eventjes wennen, aan ’t gerinkel van de nieuwe draagbare telefoon. Hoewel, van gerinkel is er weinig sprake. ’t Is meer een melodietje, waar ik nog steeds m’n hoofd over breek. Ik ken het, maar ik weet langs geen kanten meer wie het ooit gezongen heeft of gecomponeerd. Er zitten tien tunes in dat geheugen en ’t is kiezen hé? Twintig keer proberen wat het beste bij mij past, twintig keer veranderen om dan uiteindelijk het voorgeprogrammeerde melodietje te nemen.
Een mens zou denken dat een telefoon alleen maar moet doen waarvoor hij gemaakt is? Nee hoor. Je krijgt er een handleiding bij in zes talen. Een telefoon is al lang geen voorwerp meer waarvan je gewoon de draden in de voor de handliggende openingen steekt en klaar is kees. Je moet al bijna een diploma hebben van ingenieur om te weten hoe zo’n klereding werkt.
Eerste bladzijde van de handleiding: maak de juiste verbindingen.
Eerst acht uren opladen. Dat begint hier al goed, denk ik. Na zes uren gewacht te hebben was m’n geduld op. Eens proberen mezelf op te bellen met m’n gsm. Geen reactie. Zou ik te vlug geweest zijn? Acht uren zijn geen zes uren hé? Op het schermpje verschijnt de boodschap dat ik me moet aanmelden. Hoezo, aanmelden? Overal waar ik kom, moet ik me aanmelden. En daar heb ik zo’n hekel aan. Handleiding er bij genomen en de stappen die er in beschreven staan stuk voor stuk opnieuw gedaan. Simpelder kan het haast niet. ’t Lukt nog ook. Verdomme, m’n neus krult, wat ben ik toch uitermate technisch begaafd. Een gouden toekomst is voor mij weggelegd als telefooninstallateur. Laat ze maar lachen met de 50plussers. Zeg nu nog dat ik niet mee ben met m’n tijd.
Vierde bladzijde van de handleiding: het instellen van datum en tijd.
Waarvoor is dat nu nodig? Wat kan mij het schelen dat ik weet op welke dag en om welk uur iemand mij belt? ‘k Ben al blij dat ik ze me bellen, ’t breekt een beetje de dagelijkse sleur van ’t niets om handen te hebben. En ’t is ook een teken dat ik nog leef. Ik doe uit verveling zelfs mee aan telefonische enquêtes. Niet langer dan een kwartier, want dan is de lol er af hé? Zo hebben ze mij eens een abonnement aan m’n broek gesmeerd. Ik moest alleen maar antwoorden op de vragen met een ja of een neen. Met als resultaat dat ik een abonnement gewonnen had op Proximus. ’t Geeft me ettelijke brieven en mailtjes gekost om dat abonnement te laten steken daar waar de zon nooit zal schijnen. Bijna iedere week kreeg ik zo’n agressieve brief van een incassoburo, die een deurwaarder zou inschakelen indien ik niet binnen de acht dagen betaalde. Betalen voor een gratis abonnement, dat ziet ge van hier hé? Om maar te zeggen dat ik nu dubbel en dik oppas met die telefonische onderzoekjes.
Maar kom, we doen wat er van mij gevraagd word. Dus stel ik de tijd en de datum in. Fluitje van een cent, denk ik. Niets is minder waar. Dat ding vraagt telkens: opslaan? Op wat moet ik slaan? ’t Is verdomme een nieuwe telefoon. Misschien is dat de vooruitgang? Moet ik eerst wat ferme tikken uitdelen met dat ding alvorens het in gang schiet? Opnieuw beginnen lijkt me de enige optie die nog openstaat. En wederom lukt het me. Oei, nu komt er plots ‘alarm’ op het schermpje. De haren rijzen ten berge. Ik kijk schichtig om me heen en voel de aanwezigheid van een onbehaaglijk gevoel. Ik stel me voor dat die telefoon elke minuut kan ontploffen. Ik heb waarschijnlijk, per ongeluk, het alarm geactiveerd. Mission Impossible, m’n telefoon zal zichzelve vernietigen binnen de zoveel minuten. Waar zitten die rode en blauwe draad? ’t Zou kunnen dat ik die moet doorknippen, je weet maar nooit. Ik zet m’n raam open, midden in de vrieskou. Ik heb twee mogelijkheden : of ik gooi dat klereding door het raam of ik spring zelf naar beneden. Van de derde verdieping lijkt me nogal hoog, dus opteer ik voor het eerste. Dag telefoon, ’t was een onaangename kennismaking, ge moet het niet persoonlijk opvatten maar we blijven vrienden hé?
Per ongeluk duw ik op een toets en plots is het alarm verdwenen. Wat krijg ik er voor in de plaats? Een telefoonboekje met adressen. Toets het telefoonnummer in. Da’s handig. Toets de naam in. Opslaan? Da’s minder handig. Moet ik me nu voor de kop slaan of mag ik kiezen op wie of wat ik kan slaan? Gewoon op ‘ok’ duwen. Prachtig toch, de techniek is niet te onderschatten. Na het vijfde telefoonnummer ben ik het zo beu als koude pap, altijd maar weer dezelfde terugkerende handelingen uitvoeren, denken die soms dat ik een robotteke ben? Ik geef er de brui aan, ’t zal voor later zijn. Ik word gebeld, hé da’s niet het melodietje dat ik ingesteld heb. Zeg dat het niet waar is. Ik wil het melodietje waar ik voor gekozen heb, we leven hier nog altijd in een zogenaamd democratisch landje hé? Wat krijgen we nu? Oeps, ’t is m’n acht jaar oude gsm, die laat weten dat hij ook een beetje aandacht verdiend heeft. Natuurlijk ben ik te laat, maar ik heb altijd wel één of ander smoesje bijdehand. Ik zat op de wc, ik stond onder de douche of op ’t balkon.
Nu gaat m’n draagbare telefoon over. Mooi geluidje, mooi melodietje. ’t Is m’n dochter, de dochter die op het lumineus idee gekomen is om voor m’n kerstdag een nieuwe telefoon te kopen. Ge moet er maar opkomen. Ha, zegt ze, ge hebt hem al geinstalleerd? Jazeker, bedankt, ’t is het mooiste kado dat ik al ooit gekregen heb. Ja hé daddy, en weet ge wat? Nee, ik weet het niet. Ge kunt die overal meenemen, in de badkamer, in de keuken, op ’t balkon, zelfs op ’t wc, ‘t is een draagbare hé? En m’n recht op privacy dan? Hoort ge uw dochterke niet graag? Ik verdenk haar er van dat ze aan de andere kant met een grijnslach tot aan haar oren mij vierkant staat uit te lachen. De appel valt schijnbaar niet ver van de boom.
Ik ben nu bezig met het invoeren van namen en telefoonnummers. ’t Gaat goed vooruit, ‘k heb de kneepjes van ’t vak al aardig onder de knie. Maar ik weet nog altijd niet wie dat melodietje gecomponeerd heeft. Om zot van te worden. Was het nu von Beethoven of was het nu Mozart? Of is het K3 of Clouseau?
©GoNo
Een mens zou denken dat een telefoon alleen maar moet doen waarvoor hij gemaakt is? Nee hoor. Je krijgt er een handleiding bij in zes talen. Een telefoon is al lang geen voorwerp meer waarvan je gewoon de draden in de voor de handliggende openingen steekt en klaar is kees. Je moet al bijna een diploma hebben van ingenieur om te weten hoe zo’n klereding werkt.
Eerste bladzijde van de handleiding: maak de juiste verbindingen.
Eerst acht uren opladen. Dat begint hier al goed, denk ik. Na zes uren gewacht te hebben was m’n geduld op. Eens proberen mezelf op te bellen met m’n gsm. Geen reactie. Zou ik te vlug geweest zijn? Acht uren zijn geen zes uren hé? Op het schermpje verschijnt de boodschap dat ik me moet aanmelden. Hoezo, aanmelden? Overal waar ik kom, moet ik me aanmelden. En daar heb ik zo’n hekel aan. Handleiding er bij genomen en de stappen die er in beschreven staan stuk voor stuk opnieuw gedaan. Simpelder kan het haast niet. ’t Lukt nog ook. Verdomme, m’n neus krult, wat ben ik toch uitermate technisch begaafd. Een gouden toekomst is voor mij weggelegd als telefooninstallateur. Laat ze maar lachen met de 50plussers. Zeg nu nog dat ik niet mee ben met m’n tijd.
Vierde bladzijde van de handleiding: het instellen van datum en tijd.
Waarvoor is dat nu nodig? Wat kan mij het schelen dat ik weet op welke dag en om welk uur iemand mij belt? ‘k Ben al blij dat ik ze me bellen, ’t breekt een beetje de dagelijkse sleur van ’t niets om handen te hebben. En ’t is ook een teken dat ik nog leef. Ik doe uit verveling zelfs mee aan telefonische enquêtes. Niet langer dan een kwartier, want dan is de lol er af hé? Zo hebben ze mij eens een abonnement aan m’n broek gesmeerd. Ik moest alleen maar antwoorden op de vragen met een ja of een neen. Met als resultaat dat ik een abonnement gewonnen had op Proximus. ’t Geeft me ettelijke brieven en mailtjes gekost om dat abonnement te laten steken daar waar de zon nooit zal schijnen. Bijna iedere week kreeg ik zo’n agressieve brief van een incassoburo, die een deurwaarder zou inschakelen indien ik niet binnen de acht dagen betaalde. Betalen voor een gratis abonnement, dat ziet ge van hier hé? Om maar te zeggen dat ik nu dubbel en dik oppas met die telefonische onderzoekjes.
Maar kom, we doen wat er van mij gevraagd word. Dus stel ik de tijd en de datum in. Fluitje van een cent, denk ik. Niets is minder waar. Dat ding vraagt telkens: opslaan? Op wat moet ik slaan? ’t Is verdomme een nieuwe telefoon. Misschien is dat de vooruitgang? Moet ik eerst wat ferme tikken uitdelen met dat ding alvorens het in gang schiet? Opnieuw beginnen lijkt me de enige optie die nog openstaat. En wederom lukt het me. Oei, nu komt er plots ‘alarm’ op het schermpje. De haren rijzen ten berge. Ik kijk schichtig om me heen en voel de aanwezigheid van een onbehaaglijk gevoel. Ik stel me voor dat die telefoon elke minuut kan ontploffen. Ik heb waarschijnlijk, per ongeluk, het alarm geactiveerd. Mission Impossible, m’n telefoon zal zichzelve vernietigen binnen de zoveel minuten. Waar zitten die rode en blauwe draad? ’t Zou kunnen dat ik die moet doorknippen, je weet maar nooit. Ik zet m’n raam open, midden in de vrieskou. Ik heb twee mogelijkheden : of ik gooi dat klereding door het raam of ik spring zelf naar beneden. Van de derde verdieping lijkt me nogal hoog, dus opteer ik voor het eerste. Dag telefoon, ’t was een onaangename kennismaking, ge moet het niet persoonlijk opvatten maar we blijven vrienden hé?
Per ongeluk duw ik op een toets en plots is het alarm verdwenen. Wat krijg ik er voor in de plaats? Een telefoonboekje met adressen. Toets het telefoonnummer in. Da’s handig. Toets de naam in. Opslaan? Da’s minder handig. Moet ik me nu voor de kop slaan of mag ik kiezen op wie of wat ik kan slaan? Gewoon op ‘ok’ duwen. Prachtig toch, de techniek is niet te onderschatten. Na het vijfde telefoonnummer ben ik het zo beu als koude pap, altijd maar weer dezelfde terugkerende handelingen uitvoeren, denken die soms dat ik een robotteke ben? Ik geef er de brui aan, ’t zal voor later zijn. Ik word gebeld, hé da’s niet het melodietje dat ik ingesteld heb. Zeg dat het niet waar is. Ik wil het melodietje waar ik voor gekozen heb, we leven hier nog altijd in een zogenaamd democratisch landje hé? Wat krijgen we nu? Oeps, ’t is m’n acht jaar oude gsm, die laat weten dat hij ook een beetje aandacht verdiend heeft. Natuurlijk ben ik te laat, maar ik heb altijd wel één of ander smoesje bijdehand. Ik zat op de wc, ik stond onder de douche of op ’t balkon.
Nu gaat m’n draagbare telefoon over. Mooi geluidje, mooi melodietje. ’t Is m’n dochter, de dochter die op het lumineus idee gekomen is om voor m’n kerstdag een nieuwe telefoon te kopen. Ge moet er maar opkomen. Ha, zegt ze, ge hebt hem al geinstalleerd? Jazeker, bedankt, ’t is het mooiste kado dat ik al ooit gekregen heb. Ja hé daddy, en weet ge wat? Nee, ik weet het niet. Ge kunt die overal meenemen, in de badkamer, in de keuken, op ’t balkon, zelfs op ’t wc, ‘t is een draagbare hé? En m’n recht op privacy dan? Hoort ge uw dochterke niet graag? Ik verdenk haar er van dat ze aan de andere kant met een grijnslach tot aan haar oren mij vierkant staat uit te lachen. De appel valt schijnbaar niet ver van de boom.
Ik ben nu bezig met het invoeren van namen en telefoonnummers. ’t Gaat goed vooruit, ‘k heb de kneepjes van ’t vak al aardig onder de knie. Maar ik weet nog altijd niet wie dat melodietje gecomponeerd heeft. Om zot van te worden. Was het nu von Beethoven of was het nu Mozart? Of is het K3 of Clouseau?
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage