GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

woensdag 23 december 2009

Slagerij Vermoote & Zoon

Inleiding

Hij kijkt haar aan, met dezelfde trouwe hondsogen, dan toen hij haar voor ’t eerst ontmoette in Brasserie St- Jozef op het Astridplein. In Antwerpen. Waar anders hé?

Ze is z’n laatste klant en dan zit z’n nachtshift er op. Hij komt als taxichauffeur aan de kost. Feitelijk is z’n beroep beenhouwer. Daar heeft hij voor gestudeerd en doordat z’n vader zelf slager was, had hij genoeg practische ervaring om met glans door z’n studies te geraken. Hij werd de primus van de klas en een gouden toekomst lag in ’t verschiet. Z’n ouders gingen met pensioen en lieten de beenhouwerij aan hun enige zoon over. Die om mee te gaan met de tijd zich verplicht zag om de beenhouwerij te moderniseren, het oog en de verpakking wil ook wat. En van de oudjes die over de vloer kwamen, kon hij niet leven. Hij moest het gamma aan producten uitbreiden, ’t was trendy om ook traiteur te spelen. De mensen hadden toch geen tijd om nog te koken en feestjes zijn er in elke familie wel eens. Z’n ouders keken het met lede ogen aan, maar begrepen ook wel dat hun aftandse slagerij dringend aan modernisering toe was.
De zaak was mooi, ’t vlees zag er beter en sappiger uit door het subtiele gebruik van spots in de winkel. Uitgekiende marketing. Iedere week een reclameblaadje in de bus met promoties allerhande deden de klanten toestromen. Maar de mond-aan-mondreclame was ook niet te onderschatten. Het eerste jaar was hij verplicht personeel in dienst te nemen, ’t was anders niet te doen. Hij was vrijgezel en kon het niet meer alleen aan. Z’n ouders hielpen zoveel ze konden, maar toen vader een hersenbloeding kreeg en halfverlamd in een rolstoel terecht kwam, moest mama wel voor papa zorgen. Maar de zaak draaide goed en personeel was vlug gevonden. Hij betaalde goed en was meer een vader dan een baas. De zon schijnt voor iedereen was z’n leuze.

Op de gemeenteraad is de beslissing snel genomen. Het al jaren braakliggende terrein wordt verkocht aan de hoogstbiedende. Nee, niet aan Slagerij Vermoote & Zoon, maar aan supermarktketen Discount, die later alles zou verkopen aan Carrefour. Met veel winst, maar zo gaat dat nu eenmaal hé?
Jean , onze slager, krijgt bezoek van de schepen van Middenstand, die hem er fijntjes op wijst dat de parking niet langer gebruikt kan worden door z’n klanten. De parking maakte deel uit van de braakliggende grond en is nu in handen van ‘ Discount’. Jean valt uit de lucht, ’t is ’t eerste dat hij er van hoorde. En z’n bod dan?
Tja, de termijn is verstreken om een hoger bod te doen, heeft hij dan de brief niet gekregen een paar maanden geleden? Nee, die heeft hij niet. Sorry, maar ik heb hier een kopie. Kijk maar. En kijk ook naar de datum hé? O ja, in de straat komen parkeermeters en de mensen die er wonen krijgen gratis bewonerskaarten. De bediende, die de schepen vergezelt, opent z’n aktentas en legt een bewonerskaart op de toog. Als een soort van troostprijs. Gewonnen in de gemeentelijke tombola. Zo, nog een prettige dag verder en een goeie verkoop.

’t Is zeven uur ’s avonds en Jean sluit z’n slagerij. Mieke is de kassa aan het opmaken en Patje legt de laatste hand aan de schotels die op bestelling gemaakt zijn. Nu nog naar de klanten brengen en z’n taak zit er voor vandaag op. Fluitend maakt hij de koude schotels af, ’t mag gezien worden. Jean Vermoote zal content en tevreden zijn. Hij grinnikt, da’s verdorie twee keer ’t zelfde, bedenkt hij zich. Mieke is ook klaar en beiden gaan nog even een goeienavond wensen aan hun baas. Jean staat buiten en kijkt naar de lucht, in gedachten verzonken. ‘Goeienavond Jean’, klinkt het welgemeend. Binnen een kwartiertje kom ik de schotels opladen, moet er nog iets betaald worden?vraagt Patje. Geen antwoord, Jean staart hem aan met afwezige ogen, niet begrijpend waar Patje het over heeft. Weg van deze planeet. Patje herhaalt z’n vraag. Jean knikt alleen maar en zegt “ doe maar hé…”
Patje kijkt naar Mieke, haalt z’n schouders op. Beiden gaan hun eigen weg, in tegenovergestelde richting. Jean staat buiten, kijkt naar de hemel en zoekt naar een oplossing in de wolken. Vraagt zich af hoe dit kon gebeuren. Hij die altijd de partij gesteund heeft. Die speciaal Breugelavonden organiseerde om de plaatselijke partijkas te spekken. Die het minimum aanrekende. Is dat z’n dank? Er is toch overeengekomen dat hij kon uitbreiden? Dat heeft toch de burgemeester hem zelf gezegd, nadat hij herkozen was. Tussen pot en pint weliswaar, maar toch een gegeven woord is een gegeven woord. Een supermarkt achter z’n hoek, zijn ze nu helemaal gek geworden? Die parking konden zijn klanten ook gebruiken, maar wat zal er gebeuren met die doorsteek naar z’n slagerij? De mensen gaan niet rond de blok lopen om wat charcuterie te kopen.
Morgen gaat hij met de burgemeester praten, zonder afspraak te maken. Wat denkt die wel, dat stukske onbenul? ’t Is dankzij hem dat hij herkozen is. Voor wat hoort wat…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage