GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 17 december 2009

Het historisch waargebeurde verhaal van ene Kindeke Jezus. (2 )

Ondertussen zijn de herderkes bij het krakkemikkige stalletje aangekomen. De maan schijnt door de bomen, maar dat is geen kunst want er staan alleen olijfbomen en braamstruiken.
“ Makkers….staakt uw wild geraas!” spreekt de hoofdherder met een ietwat benevelde stem. De herderkes vleien zich neer in het gras of wat er voor moest door gaan. Hun herdershonden doen hetzelfde als hun baasjes. Zo de hond, zo de baas.
De hoofdherder die er met kop en schouders boven uitsteekt begint z’n schaapjes te tellen. Verdomme, waar is dat zwart schaap gebleven? Altijd hetzelfde met dat verloren schaap. Hij kijkt eens schaapachtig rond, maar niemand die hem aandacht schenkt. Zoveel te beter, wat niet weet niet deert.
“ Beste vrienden schaapherders, kameraden aangesloten bij de Joodse Bond van de Gesubsidieerde Liga voor Romeinse Schaapherders, kortweg de JBGLRS, ( later zou daar de Bond van de Jonge Gezinnen uit voortvloeien) mag ik jullie hartelijk welkom heten op deze eerste en voor mijn part ook laatste viering van de geboorte van Jezus Christus. Zoals u hebt kunnen lezen in ons Palmblaadje ( logo twee handpalmen n.v.r.) deden we een oproep om in groten getale hier aanwezig te zijn, om getuige te zijn van een historische gebeurtenis. Welnu, het is zover, de zoon van God is geboren en nog wel in een schapenstal. Als dat geen reclame is voor onze stiel, weet ik het ook niet meer. Binnen tweeduizend jaar zullen ze er nog over spreken. Wat zeg ik, er zullen nog nooit zoveel schapen geslacht worden. We kunnen er maar wel bij varen zoals de kapitein zei toen hij alle hens aan dek riep terwijl z’n schip op de klippen liep. En daarom laten wij bidden tot het Kindeke Jezus opdat wij nog lang mogen leven in het aanschijn van God de Vader en z’ n Zoontje. Straks gaan we het mooiste schaap uitkiezen om het te offeren tot meerdere eer en glorie van onze bond en ’t Kindeke Jezus. Baat het niet, dan schaadt het niet. En stop met dat gemekker, onnozele schapen…” Dat laatste is voor zowat iedereen bedoeld, want z’n aangesloten leden mekkerden altijd en overal. Een zekere vorm van beroepsmisvorming. Om de schapenziekte van te krijgen.

Jezus ligt te genieten in z’n kribbeke. Vindt de speech van meneer de voorzitter heel toepasselijk. Een beetje te lang, maar hij heeft voorlopig toch niets te doen. ’t Valt nog te bezien wanneer die drie Wijzen aankomen. Zolang die er niet zijn, is ’t feest niet compleet. Hij weet nu al dat de geschiedenis niet zal kloppen. In de boekskes zullen ze schrijven de zesde januari. Niets is minder waar. Z’n navolgelingen zullen de bijbel lichtjes aanpassen aan de gregoriaanse kalender. Maar ’t zal hem worst wezen, ze doen maar. Nu is het kwestie van genieten, ge moet het toch maar doen, nog maar pas geboren en al beroemd. Vader, murmelt hij zachtjes, kunt ge den tv nu al niet uitvinden? De RTR? De Radio Televisione Romanium? M’n teerbeminde goddelijk zoontje, antwoordt z’n Vader, alles op zijne tijd en daarbij ‘k ben een espresso aan ’t drinken met een eclaireke. Spijtig dat ge nog geen tandjes hebt, ‘k zou je direct en onmiddellijk een stukske geven.
Jaja, denkt Jezuuke, en maar beloven. Wie wil dat nog geloven? Geloof het of niet, heel de geschiedenis van de nieuwe religie in wording is gebaseerd op beloven en geloven in iets dat er nooit zou komen. Dat Koninkrijk kan men alleen betreden als men de goeie partijkaart heeft. Maar dat wordt voorlopig verzwegen wegens nog te weinig leden. En de carriére van Jezus Christus moest nog op het goede spoor gezet worden. Maar dat belooft al veel. Alle begin is moeilijk hé?
Plots staat er naast z’n kribbeke een zwart verloren schaap. Het kijkt hem zo triestig aan dat hij er medelijden mee krijgt. Wat hem op het idee brengt om later nog een parabel te vertellen over een verloren schaap dat terug keert naar huis, maar dan als verloren zoon. Ik moet schrijver worden, denkt de kleine Jezus, ‘k schud de verhaaltjes zo uit m’n mouw. Hij kijkt naar z’n armpjes en ziet dat hij geen mouwen heeft. Ik zuig de verhaaltjes zo uit m’n duim, verbetert hij zichzelve. Maar z’n Vader had andere plannen. Eerst een stiel leren, dan zien we nog wel als er tijd over is. Wist het Kindeke toen veel dat Jozef den timmerman met een diploma van schrijnwerker eigenhandig z’n kruis zou maken. God de Vader vertelde niet alles aan z’n Goddelijke Zoon. De geschiedenis zou er heel anders uitgezien hebben, moest het Kindeke Jezus gewoon thuis geboren zijn tussen de kiekens en de konijnen. Naast het atelier van z’n pleegvader. Die goede zaken doet met de Romeinen want elke week worden er wel een paar Joden op een kruis gehangen. En Jozef z’n kruisen zijn van uitstekende kwaliteit. Ge krijgt er zelfs twee jaar garantie op. En de spijkers worden er gratis bijgeleverd. Jozef z’n zaakje floreert goed en hij ziet Jezus al als z’n opvolger in wat een familiezaak moet worden. Maar ’t loopt een beetje anders dan verwacht. Ergens de schuld van Marie, die overal maar blijft verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. Waar is die volkstellingbrief weer gebleven? Want daar waren ze voor gekomen. Iedereen is al lang vergeten wat feitelijk een ongelooflijke samenloop van omstandigheden het waren. Louter toevallig zijn ze hier terecht gekomen. Nergens geen plaats meer, alles volgeboekt, dat hebt ge met al die reducties tijdens de jaarlijkse vakantie. En dan die reclame: “ Met een Romeinse kameel waart ge er al geweest…”.
Nog zo’n goeie: “ Met de Romeinse strijdwagen is het altijd een beetje reizen…” Waar halen ze het toch hé? Zijn transport was verdorie een ezel en z’n voeten. Want Marie was hoogzwanger en kon elk moment bevallen. Wat ze ook gedaan heeft. In een stalleke waar zelfs een herdershond die toevallig Samson heet, z’n natte neus zou voor ophalen. En nu lagen er tientallen herderkes te zingen voor z’n halve deur, die er scheef inhangt. Boven het stalleke brandt een ster die zoveel licht geeft dat ge uw ogen niet dicht kunt doen. Jezus heeft de grootste lol en kraait van plezier. Jozef bekijkt z’n spruit en probeert gelijkenissen met hem te ontdekken. ’t Kindeke Jezus heeft pekzwart haar en zijn haar is langs de rosse kant. Maar Marie heeft ook zwart haar, Jezuuke zal het van moederskant hebben, besluit hij met enige vertwijfeling. Van die Geestige Geilige weet hij het niet want die was verkleed als duif, een witte duif dan nog…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage