Het leven zoals het is.......deel 2008
Een dag uit het leven van een fiets
Vanmorgen ben ik niet opgestaan, ik stond immers nog recht van gisteren. Ik had dringend nood aan wat beweging want ik begon langzaam een kramp in mijn banden te krijgen. Om 10h was het eindelijk zover, iemand nam me vast en nam me mee naar buiten. Hij ging met zijn enorme gewicht op mijn rug zitten, mijn velgen raakten zowat de grond en mijn spaken werden aan alle kanten uitgerokken.
Uiteindelijk zijn we vertrokken, de weg op. Waneer hij echter om een of andere voor mij onbekende reden moest stoppen, trok hij in alle geweld aan mijn oren. Ik piepte van de pijn, amai mijn oren. En toen gebeurde uiteraard het onvermijdelijke, hij had mijn oor kapot getrokken.
Ik mocht dus op visite bij de fietsendokter. Hij schreef mij een nieuwe oorkabel voor en ik kon weer lekker gezond de weg op. Nou ja lekker, met die halve olifant op mijn rug welliswaar, hij heeft voor de rest van de weg nog dikwijls aan mijn oren getrokken, ik ben nochtans braaf geweest. En alsof dat nog niet genoeg was kon die onnozelaar nog niet uitkijken waar hij reed ook. Ik zag het glas al van ver blinken, ik riep nog pssssst, maar het was al te laat, ik had een gat in mijn band.
Weer naar de fietsendokter dus, dat was nu al de tweede keer vandaag. Hij verzorgde mijn bandwonden, deed er wat zalf op en legde toen over de wonden een plakkertje. Zo kon ik er weer tegen voor een tijdje, wat kon er nu nog mislopen.
Ik was weer, kreunend onder het gewicht van die kolos, de baan op gegaan. Het verwondert mij enorm dat ik aan die kasseistroken geen belschudding heb overgehouden. Ik heb er wel mijn velgen verzwikt, maar daarvoor brengt mijn baasje mij niet naar de fietsdokter hoor, nee, hij blijft rijden die slavendrijver.
Ik vond dat het mishandelen nu al lang genoeg geduurd had en besloot om er een einde aan te maken. Ik draaide mijn kop en hop, daar lag die brontosaurus op de grond. Ik ook, maar dat was even bijzaak, ik kon eindelijk eens een beetje rusten.
's Avonds heb ik nog serieus onder mijn wielen gehad omdat ik hem dat geflikt had. Ik denk dat hij in het vervolg wel de auto neemt, dan kan ik misschien eens alleen op stap met dat vrouwenfietsje dat ik in de etalage van de fietsdokter heb zien staan.
Een week uit het dagboek van een kat.
Maandag. Mijn bewaker blijft me vervelen met rare, kleine bungelende speelgoeddingetjes, de plaaggeest! Zelf dineert hij uitgebreid met vers vlees, terwijl ik gedwongen word van die droge brokjes te eten. Het enige dat me op de been houdt, is de hoop op ontsnapping. Het dagelijks beschadigen van het meubilair geeft de nodige voldoening. Ik denk dat ik morgen maar eens een plant te grazen neem.
Dinsdag. Vanmorgen was het me bijna gelukt mijn bewaker te laten verongelukken door langs zijn benen te strijken terwijl hij wegliep. Moet dit ook eens proberen als hij de trap afloopt. Vanmiddag opnieuw een poging gedaan duidelijk te maken hoe ik mijn bewaker minacht. Ik heb weer op z'n stoel stoel gekotst. Ik moet dit beslist nog eens doen, maar dan in z'n bed. Plant vernield!
Woensdag. Vandaag maar eens een muis gevangen en het onthoofde lijk op de mat gelegd. Dit was de zoveelste poging om duidelijk te maken waar een kat toe in staat is, hem tevens duidelijk te maken dat er met mij niet gesold wordt en hem ook wat ontzag in te boezemen voor deze jager. De boodschap kwam echter niet over. In plaats van walging toonden hij alleen maar begrip en zei dat dat nu eenmaal de natuur was.
Donderdag. Ik ben er nu achter hoe sadistisch mijn bewaker eigenlijk is. Zonder aanleiding werd ik veroordeeld tot een wasbeurt. Dit keer gebruikte hij een stinkend, schuimend, in de ogen prikkend goedje dat ze shampoo noemden. Degene die zulk spul heeft uitgevonden, moet wel een erg zieke geest zijn. Gelukkig heb ik nog een krab uitgedeeld en verder mijn behoefte naast de kattenbak gedeponeerd.
Vrijdag. Vandaag had m'n bewaker een bijeenkomst met soortgenoten. Er werd veel gedronken en gelachen en ik werd in een ander vertrek opgesloten. Ik begreep dat het iets te maken had met een allergie waar iemand last van had. Daar moet ik meer over te weten zien te komen om dit "allergiewapen " uit te buiten.
Zaterdag. Ik ben ervan overtuigd dat de andere gevangenen sukkels zijn en ook nog eens heulen met de vijand. De hond van z'n ex wordt vaak losgelaten, maar lijkt altijd weer graag terug te komen, de idioot! Hij is absoluut gestoord.Hij moet een verklikker zijn. Hij praat vaak met m'n bewaker. Ik weet zeker dat hij mijn hele doen en laten doorbrieft.Maar eens komt de tijd en dan ...... Eigenlijk kan ik niet zo lang wachten.
Zondag. Vandaag is m'n bewaker de hele dag thuis. Ik moet deze dag maar eens besteden om een goed doortimmerd plan voor de volgende week te maken.
Musti.
Vanmorgen ben ik niet opgestaan, ik stond immers nog recht van gisteren. Ik had dringend nood aan wat beweging want ik begon langzaam een kramp in mijn banden te krijgen. Om 10h was het eindelijk zover, iemand nam me vast en nam me mee naar buiten. Hij ging met zijn enorme gewicht op mijn rug zitten, mijn velgen raakten zowat de grond en mijn spaken werden aan alle kanten uitgerokken.
Uiteindelijk zijn we vertrokken, de weg op. Waneer hij echter om een of andere voor mij onbekende reden moest stoppen, trok hij in alle geweld aan mijn oren. Ik piepte van de pijn, amai mijn oren. En toen gebeurde uiteraard het onvermijdelijke, hij had mijn oor kapot getrokken.
Ik mocht dus op visite bij de fietsendokter. Hij schreef mij een nieuwe oorkabel voor en ik kon weer lekker gezond de weg op. Nou ja lekker, met die halve olifant op mijn rug welliswaar, hij heeft voor de rest van de weg nog dikwijls aan mijn oren getrokken, ik ben nochtans braaf geweest. En alsof dat nog niet genoeg was kon die onnozelaar nog niet uitkijken waar hij reed ook. Ik zag het glas al van ver blinken, ik riep nog pssssst, maar het was al te laat, ik had een gat in mijn band.
Weer naar de fietsendokter dus, dat was nu al de tweede keer vandaag. Hij verzorgde mijn bandwonden, deed er wat zalf op en legde toen over de wonden een plakkertje. Zo kon ik er weer tegen voor een tijdje, wat kon er nu nog mislopen.
Ik was weer, kreunend onder het gewicht van die kolos, de baan op gegaan. Het verwondert mij enorm dat ik aan die kasseistroken geen belschudding heb overgehouden. Ik heb er wel mijn velgen verzwikt, maar daarvoor brengt mijn baasje mij niet naar de fietsdokter hoor, nee, hij blijft rijden die slavendrijver.
Ik vond dat het mishandelen nu al lang genoeg geduurd had en besloot om er een einde aan te maken. Ik draaide mijn kop en hop, daar lag die brontosaurus op de grond. Ik ook, maar dat was even bijzaak, ik kon eindelijk eens een beetje rusten.
's Avonds heb ik nog serieus onder mijn wielen gehad omdat ik hem dat geflikt had. Ik denk dat hij in het vervolg wel de auto neemt, dan kan ik misschien eens alleen op stap met dat vrouwenfietsje dat ik in de etalage van de fietsdokter heb zien staan.
Een week uit het dagboek van een kat.
Maandag. Mijn bewaker blijft me vervelen met rare, kleine bungelende speelgoeddingetjes, de plaaggeest! Zelf dineert hij uitgebreid met vers vlees, terwijl ik gedwongen word van die droge brokjes te eten. Het enige dat me op de been houdt, is de hoop op ontsnapping. Het dagelijks beschadigen van het meubilair geeft de nodige voldoening. Ik denk dat ik morgen maar eens een plant te grazen neem.
Dinsdag. Vanmorgen was het me bijna gelukt mijn bewaker te laten verongelukken door langs zijn benen te strijken terwijl hij wegliep. Moet dit ook eens proberen als hij de trap afloopt. Vanmiddag opnieuw een poging gedaan duidelijk te maken hoe ik mijn bewaker minacht. Ik heb weer op z'n stoel stoel gekotst. Ik moet dit beslist nog eens doen, maar dan in z'n bed. Plant vernield!
Woensdag. Vandaag maar eens een muis gevangen en het onthoofde lijk op de mat gelegd. Dit was de zoveelste poging om duidelijk te maken waar een kat toe in staat is, hem tevens duidelijk te maken dat er met mij niet gesold wordt en hem ook wat ontzag in te boezemen voor deze jager. De boodschap kwam echter niet over. In plaats van walging toonden hij alleen maar begrip en zei dat dat nu eenmaal de natuur was.
Donderdag. Ik ben er nu achter hoe sadistisch mijn bewaker eigenlijk is. Zonder aanleiding werd ik veroordeeld tot een wasbeurt. Dit keer gebruikte hij een stinkend, schuimend, in de ogen prikkend goedje dat ze shampoo noemden. Degene die zulk spul heeft uitgevonden, moet wel een erg zieke geest zijn. Gelukkig heb ik nog een krab uitgedeeld en verder mijn behoefte naast de kattenbak gedeponeerd.
Vrijdag. Vandaag had m'n bewaker een bijeenkomst met soortgenoten. Er werd veel gedronken en gelachen en ik werd in een ander vertrek opgesloten. Ik begreep dat het iets te maken had met een allergie waar iemand last van had. Daar moet ik meer over te weten zien te komen om dit "allergiewapen " uit te buiten.
Zaterdag. Ik ben ervan overtuigd dat de andere gevangenen sukkels zijn en ook nog eens heulen met de vijand. De hond van z'n ex wordt vaak losgelaten, maar lijkt altijd weer graag terug te komen, de idioot! Hij is absoluut gestoord.Hij moet een verklikker zijn. Hij praat vaak met m'n bewaker. Ik weet zeker dat hij mijn hele doen en laten doorbrieft.Maar eens komt de tijd en dan ...... Eigenlijk kan ik niet zo lang wachten.
Zondag. Vandaag is m'n bewaker de hele dag thuis. Ik moet deze dag maar eens besteden om een goed doortimmerd plan voor de volgende week te maken.
Musti.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage