GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zaterdag 1 maart 2008

Eventjes bezinnen........


Eventjes bezinnen voor we aan ons diner beginnen.....



De avond is koud en kil, de wind zwiept de bladeren in een werveling heen en weer. Buiten het gekrijs van één of andere hysterische kat, is er niets te horen. Compleet uitgestorven lijken de straten hier wel. ’t Is koud op straat en nergens is er beschutting. Een zwerver loopt schuifelend, voetje voor voetje, om niet uit te glijden op de natte bladeren, die lichtjes aan het aanvriezen zijn. De weinige mensen die hij vandaag tegenkwam, deden of ze zijn uitgestoken hand niet zagen.Ze keurden hem zelfs geen blik waardig. Overal werd hij weggejaagd, medelijden kende men niet meer........
Zelfs toen hij aan de pastorie belde, deed er niemand open en toch brandde er licht. Het begint te regenen, van die fijne koude regen, die overal doorheen ging. Hij begon zich verkleumd te voelen en hoopte voor de nacht toch ergens een plaatsje te vinden. Een beetje warmte en beschutting was al wat hij vroeg, maar niemand hoorde of zag hem. Hij passeerde een restaurantje, snuifde de heerlijke geuren op en zag door het raam de mensen die al dat lekkers aan het opsmullen waren. Hoe lang was het geleden dat hij nog eens z’n buikje vol had gegeten? Hij wist het niet meer..........
Misschien zat er in de vuilnisbak nog iets eetbaars? Ge moest eens weten wat ze allemaal weggooiden, ganse diners werden er in de vuilbak gekieperd, ’t kon niet op. Hij jaagde de katten weg en liet z’n blik dwalen in de vuilbak. Hij grabbelde en haalde een halve kip boven waar nauwelijks van gegeten was. Zonde om te laten rotten, dacht hij. Nog een grabbel en zie, er kwamen twee halve stokbroden te voorschijn. De deur ging open en hij maakte zich uit de voeten met z’n pas verworven buit.
Nu nog een plaatsje zoeken om in alle eenvoud z’n avondmaal binnen te spelen en daarna was het denken aan een slaapstede. Hij zag aan de overkant het kerkhof en slofte er heen, z’n eten stijf onder z’n arm geklemd. Daar zou hij zeker rustig kunnen eten, daar zou niemand hem storen. Hij vond de ingang , liep over de donkere wegen van het doodse kerkhof. Hij vroeg beleefd of hij mocht gaan zitten, kreeg geen antwoord en vatte dit als een toestemming op. De wind was heviger en de regen was van fijne stofregen veranderd in een dikke regendruppelsbui. Ik moet schuilen of ik geraak nooit meer droog, dacht hij. Eten zal voor later zijn, als ik droog zit. Hij zag een grafkelder en hoopte dat de deur open zou gaan. Er was geen deur, alleen een gapend zwart gat. Zoveel te beter, als ik maar beschut zit tegen de regen en kan eten.........

Toen de gemeentearbeiders vanmorgen terug aan het werk gingen, om het kerkhof verder te ontruimen, deed één van hen een lugubere ontdekking. Beneden, in de put van ongeveer drie meter diep, zag hij het lijk van een man drijven. Naast hem dreef er een halve kip en twee stokbroden. Het parket is afgestapt en vermoedt dat het om een spijtig ongeval gaat. De autopsie zal het moeten uitwijzen.

Met Pasen, zal men zoals ieder jaar aan de armen een paasmaaltijd schenken. ’t Is maar drie weken meer........

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage