Donkere tijden.......
Donkere tijden.......
't Is koud, verrekt koud.
Onze munitie is bijna op, het eten ook. Die rotmoffen weten van geen ophouden, de obussen slaan overal in. Het gehuil van hun mortieren overstemt alles. 'k Ben bang, ontzettend bang om te sterven in dit Niemandsland.
Een verdwaalde obus slaat naast mij in. Ik wacht op de ontploffing, maar er gebeurt niets. Ben ik al dood, zonder het te weten, laat staan het gevoeld te hebben? Al m'n kameraden zijn reeds gesneuveld tot meerdere eer en glorie van 't vaderland. Is het nu mijn beurt? 't Zal je maar overkomen, denk ik meewarrig, en nog zo jong.........
De obus ligt te sissen alsof ze ieder moment mij naar pierenland kan zenden. Ik moet hier weg en wel zo rap mogelijk voor het te laat is. Ik zie een gestalte die mij wenkt.
Ik probeer er naar toe te kruipen op handen en voeten. M'n redding staat enkele meters verder en lijkt geen last te hebben van rondvliegende granaten. Verdomme, die kerel durft, wat een moedig man. Bij hem zal ik veilig zijn, eindelijk iemand om mee te praten over die vervloekte oorlog.
Twee knokige handen tillen mij als een veertje op, ik ben gered. Ik durf haast niet te kijken. Ik hoor geen enkel geluid meer. Ben ik doof geworden van al dat kanongebul-
der? Ik wil weten wie mij gered heeft, hem bedanken nu het nog kan.
Ik doe m'n ogen open en kijk recht in een doodshoofd, een skelet in 't zwart, met een zeis in z'n knokige hand.........
“'t Is tijd !” zegt hij en alles wordt donker om me heen..........
©GoNo
't Is koud, verrekt koud.
Onze munitie is bijna op, het eten ook. Die rotmoffen weten van geen ophouden, de obussen slaan overal in. Het gehuil van hun mortieren overstemt alles. 'k Ben bang, ontzettend bang om te sterven in dit Niemandsland.
Een verdwaalde obus slaat naast mij in. Ik wacht op de ontploffing, maar er gebeurt niets. Ben ik al dood, zonder het te weten, laat staan het gevoeld te hebben? Al m'n kameraden zijn reeds gesneuveld tot meerdere eer en glorie van 't vaderland. Is het nu mijn beurt? 't Zal je maar overkomen, denk ik meewarrig, en nog zo jong.........
De obus ligt te sissen alsof ze ieder moment mij naar pierenland kan zenden. Ik moet hier weg en wel zo rap mogelijk voor het te laat is. Ik zie een gestalte die mij wenkt.
Ik probeer er naar toe te kruipen op handen en voeten. M'n redding staat enkele meters verder en lijkt geen last te hebben van rondvliegende granaten. Verdomme, die kerel durft, wat een moedig man. Bij hem zal ik veilig zijn, eindelijk iemand om mee te praten over die vervloekte oorlog.
Twee knokige handen tillen mij als een veertje op, ik ben gered. Ik durf haast niet te kijken. Ik hoor geen enkel geluid meer. Ben ik doof geworden van al dat kanongebul-
der? Ik wil weten wie mij gered heeft, hem bedanken nu het nog kan.
Ik doe m'n ogen open en kijk recht in een doodshoofd, een skelet in 't zwart, met een zeis in z'n knokige hand.........
“'t Is tijd !” zegt hij en alles wordt donker om me heen..........
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage