Chrysanten op het graf, de dood is nooit veraf…
Chrysanten op het graf, de dood is nooit veraf…
Ieder jaar sta ik even stil bij Allerheiligen om achterom te kijken naar zij die van me heengegaan zijn. Die het tijdelijke met het eeuwige gewisseld hebben. In m’n teerbeminde familie zijn er geen doden gevallen, godzijdank. In m’n naaste familie toch niet, van zij die in Gent wonen, weet ik het niet wegens geen contact meer.
Op 1 november zullen de potten chrysanten weer de deur uitvliegen, het wordt een commerciële hoogdag voor de bloemisten. De grafstenen worden opgeblonken, alsof ze pas gisteren begraven zijn. En velen die het ganse jaar niet eens aan hun familie gedacht hebben, zullen nu hun beste beentje voorzetten. Velen zullen ook samenkomen in familiekring om de loftrompet te steken over hun dierbare overledenen. Die bij leven en welzijn te dom waren om zelfs maar een reden van bestaan te kunnen claimen. Maar ze zijn dood en van de doden spreekt men niets dan goed.
Ik ga naar het graf van het bloemenvrouwtje, nee niet vandaag. Ik kan die drukte missen als kiespijn en die kuddegeest ook.
Ik ga volgende week kijken naar zij die geen bezoek gekregen hebben van hun naaste familieleden. Zij, die in alle eenzaamheid gestorven zijn, begraven omdat er toen nog geen crematorium bestond en omdat het moest. Waar alleen een verwilderde kat hen ’s nachts gezelschap houdt.
Ik zal aan het graf staan van het bloemenvrouwtje, haar bedanken voor de gesprekjes die we gehad hebben. Haar vragen of ze nu gelukkig is. De groetjes doen aan haar man, die zalig naast haar z’n sigaartje rookt. Zonder dat er iemand is die zegt dat roken ongezond is. Die elkaars verrimpelde handen vasthouden in teder gebaar, wachtend tot zij aan de bron van de Eeuwige Jeugd mogen gaan drinken. Ze zal me zeggen dat ze me mist en dat ik op m’n gezondheid moet letten. Ik vraag haar of ze m’n muze wil zijn. Maar manneke toch, zal ze zeggen met een monkellachje, gij hebt dat niet nodig. Pluk uw inspiratie uit het dagelijkse leven en blijf gewoon wie je bent. Probeer geen dingen te schrijven waarvan niemand iets snapt.
Ik zal haar bedanken om haar goeie raad, misschien vraag ik wel wanneer het mijn tijd is om al liggend deel uit te maken van Allerheiligen& Allerzielen. Maar ik weet het antwoord al bij voorbaat. Dat mag en kan ik niet vertellen, zal ze zeggen.
Allez, toe voor één keer, ‘k zou zo graag weten wat hierna komt. Dat ongewisse vreet aan m’n lijf en leden. ‘k Word er zot van, ‘k wil het weten….
Ze zal vervagen in de nevels van m’n brein, mij achterlatend met open vragen. Maar voor ze volledig verdwijnt zal ze nog één keer achterom kijken. Mij haar monkellachje sturend en zeggen: “ Je moet je niet ongerust maken.” Ik zal de bloemen op hun graf netjes schikken, alsof het mijn ouders zijn die daar liggen. De ouders die ik nooit gekend en gehad heb. Ik zal een traan laten in stil verdriet . Maar hier mag het en valt het niet op. Maar mijn traan zal oprecht zijn en niet hypocriet.
Thuisgekomen zal ik nadenken over de vergankelijkheid van ’t leven, maar dat doe ik anders ook. Daar heb ik Allerheiligen met bijhorende commercie niet voor nodig. De mensen zouden meer de levenden moeten eren in plaats van doden…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage