GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 24 september 2009

Logistiek medewerker gevraagd.

De zoveelste sollicitatie, die hem zal leiden naar een menswaardig bestaan. Dat denkt hij toch. Alle hoop gevestigd op een geprek van vijftien minuten. Wachten in een zaaltje, zoals bij de dokter. Er zijn nog kandidaten of moet ik zeggen patienten. Hij telt ze, 't zijn er dertien. Dertien , een ongeluksgetal. 't Zal je maar overkomen dat je nummer dertien bent. De laatste in de rij. Hij mag er niet aan denken, zet z'n glimlachgezicht op en overloopt in gedachten z'n cv.
Hij bekijkt z'n concurrenten, z'n tegenstanders. Kunnen die niet allemaal diarree krijgen, zodat hij als enige kandidaat overblijft? Hij voelt zich oud tussen die opgeroepenen van de VDAB. De eerste wordt binnen geroepen. Hij ziet een klinisch witte ruimte, met achter een modern bureau een man met wiite stofjas en een modieuze brilletje. Hun ogen kruisen elkaar. De man z'n ogen priemen, eventjes maar, alvorens hij zich terug verdiept in de formulieren die voor hem liggen.
Hij krijgt een onbehaaglijk gevoel, het zweet breekt hem uit. De kamer begint rond te tollen, z'n bloeddruk stijgt en hij krijgt nood aan frisse lucht. Hij klampt zich vast aan de leuning van z'n stoel. Bijt op z'n tanden, 't is nu het moment niet om te sneuvelen. Hij staat op en wankelt naar buiten, achtrena gekeken door de niet-begrijpende mede-sollicitanten. De juffrouw aan de balie vraagt of alles in orde is.
Zegt dat hij bleek ziet en brengt hem een bekertje water. Zomaar. Hij moet gaan zitten, de grond onder z'n voeten lijkt wel een oceaan met woelige baren die op en neergaan. Het duizelt hem langs alle kanten.
En het bekertje water is lauw. Maar hij drinkt het op uit dankbaarheid. De draaideur roept hem uitnodigend: hier moet ge zijn, komaan die paar meters kun je wel aan.
Hij staat buiten, hapt de lucht met grote teugen in, probeert langzaam diep in en uit te ademen. Hij voelt z'n hart kloppen in z'n keel, dwingt zichzelve tot rust. Als z'n werkloosheidsvergoeding volgende week op z'n rekening staat, zal hij terug naar de dokter gaan. Nog een weekje geduld en hij kan een nieuw voorschrift gaan halen, die pillen schijnen dan toch te helpen.
Hij gaat terug naar binnen, nog een beetje duizelig weliswaar, maar met de moed der wanhoop. Wat moest hij weer zeggen op dat gesprek? Hij weet het niet meer. De uitgedachte scenario's van hoe zo'n gesprek zou kunnen verlopen, zijn plotseling uit z'n geheugen verdwenen. Ach, denkt hij, ze dienden toch tot niets. Gewoon jezelf blijven en er het beste van hopen.
Hij is de laatste kandidaat voor de job van logistiek medewerker. Hij heeft enige ervaring, maar is bereid om zater-en zondagen te werken, al was het maar om er vlugger terug bovenop te geraken. Uit ervaring weet hij dat de hedendaagse jeugd niet graag werkt op een zaterdag en nog minder op een zondag. Hem kan het weinig schelen, gezien hij toch maar alleen is. Er wacht niemand op hem, dus heeft hij tijd zat.
Dat is één van de troeven die hij uit zal spelen, een werkgever zal toch meer geneigd zijn iemand aan te nemen waar hij in het weekend kan op rekenen?
De juffrouw van de balie komt binnen, vraagt waarom hij hier nog zit. Z'n ogen kijken haar niet-begrijpend aan. Zit hij in het verkeerde wachtlokaal? Of is de tijd zo vlug gegaan, dat hij iets gemist heeft? Waarom heeft men hem niet verwittigd? Is het te veel gevraagd om hem te roepen? 't Was toch een geval van overmacht?
Het rebelse komt in hem boven, hij wil roepen en brullen om het zoveelste onrecht hem aangedaan. Maar hij weet ook wel dat het geen zin heeft. Welk onrecht? Hij vraagt aan de vriendelijke juffrouw welk nummertje hij had. Nummer zes, 't ging alfabetisch. En meneer B., de personeelschefpikt er de beste kandidaten uit die het meest beantwoorden aan het vooropgestelde profiel. Een standaardformule die hij de laatste maanden constant hoort. Hij bedankt de juffrouw, ze kijkt hem beteuterd aan. Maar hij maakte sowieso al niet veel kans. Wie wil er nu iemand in dienst nemen, die om de haverklap last heeft van duizeligheid en een hoge bloeddruk. Bij de medische controle zou hij zo door de mand vallen.
Hij is op weg naar huis, te voet, want geld voor een buskaartje kan er niet meer af. Maar 't heeft hem de tijd om na te denken. Een job als logistiek medewerker zag hij wel zitten. Logistiek in een ziekenhuis. Als er iets zou gebeuren met hem, kon hij geen betere plaats bedenken om verzorgd te worden. Dichter bij de bron kon hij niet zitten. Verdomme, nu begint het nog te regenen ook en de weg naar huis is nog lang. Maar de regen brengt enige verfrissing met zich mee en dat is in zijn conditie mooi meegenomen...

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage