Sterven doen we 1000 keer, leven maar 1 keer.
Ik ben nog eens op huisbezoek geweest bij een goede vriend. Na driehonderd telefoontjes met de vraag wanneer zijne hoogheid nog eens afkwam, besloot ik dat het tijd werd om m'n aanminnige gelaat nog eens te laten zien. Niet dat ik ijdel ben, verre van. Maar een beetje trots en fierheid misstaat me niet. Al zeg ik het zelve. Wat ik bij deze ook doe.
Ik bel aan en voel me als een reporter die met cameraploeg in z'n zog, de mensen willens nillens lastig komt vallen. Als ik die reporters bezig zie heb ik de neiging om hun micro daar te steken waar de zon nooit schijnt. Kotsmisselijk word ik van hun debiele vragen. Maar ik ben op bezoek bij een erudiet man. Een man met twintig diploma's waarvan hij zegt dat ze van nul en generlei waarde zijn. Maar ge hebt ze nodig want zo zit de maatschappij nu éénmaal in elkaar. Hij kan het weten want hij is een goede kennis van professor Vermeersch, ook al zo'n rare. Etienne kan urenlang monologen houden, waarbij Hitler en Castro in het niets verdwijnen. Naar het schijnt hé? 'k Heb het maar van horen zeggen. Lang geleden heb ik professor Vermeersch eens bezig gehoord in Leuven. Over de zin van 't leven en de ethiek van 't leven. Zware kost, die ik nog altijd niet verteerd heb.
Hoe komt het toch dat dichters ( echte dichters hé ) en schrijvers altijd op zoek zijn naar de zin en de betekenis van 't leven? Om tot de conclusie te komen dat alles zinloos is?
M'n vriend is tot de conclusie gekomen dat er na dit leven alleen de dood en de vergetelheid rest. En moest het niet zo zijn, dan wacht ons zeker geen paradijs. Tja, wat moet ik met zo'n antwoord aanvangen hé? Dus er zullen geen maagden aan de poort mij opwachten? Of er zullen geen bordjes met rijstepap en gouden lepeltjes mij te beurt vallen? Nee, het antwoord is nee. Waarom, vraag ik hem. Omdat, als er een god moest zijn, het er ene is met een slecht karakter. Daar kan ik inkomen, als ik zie wat hij allemaal hier uitspookt. Maar de christenen zeggen dat wij dat allemaal zelf doen.
Één pot nat, al die religies, is z'n antwoord, ze hebben wel altijd een antwoord dat in hun kraam past.
Nog een wit wijntje? Ja, doe maar, waarom niet hé, we leven maar één keer en we gaan wel duizend keer dood, probeer ik de intellectuele uit te hangen. Maar hij zegt dat ik gelijk heb, wat me verbaast. Dit ben ik niet gewoon, zit hij me weer uit te dagen? Steekt er meer achter? Ik vraag waarom ik gelijk heb en hij antwoordt met een grijnslachje: “ Men moet eerst duizend ik keer sterven, voor men weet wat het is om te leven...”en GoNo, mooie titel voor een gedicht of verhaaltje hé?”
We hebben nog een uurtje gepraat en toen kwam z'n vrouw ( overigens niet mis ) zeggen dat de audiëntie afgelopen was. Bij het buiten gaan schudt hij mij de hand en fluistert in m'n oor:
“ Zie GoNo, da's de ware betekenis van 't leven, samen met uw vrouwtje naar de Rotaryclub gaan, een lezingske doen over de zin van 't leven, een beetje poen incasseren, u vol vreten, en daarna het maagzuur krijgen van 't eten en die omhooggevallen heertjes. Maar de rekeningen moeten ook betaald worden en bij mijn weten heeft god nog altijd niet m'n rekeningen betaald hé?”
“ Maar ik heb geen vrouw en ook geen Rotaryclubke...” werp ik tegen.
“ Gelukkig zijn zij die het materiële kunnen onderscheiden van het spirituele, GoNo !”
Daarmee is de kous af en sta ik buiten op straat na te denken. Na te denken over wat? Over wie?
Over God? Over de zin van dit alles? 'k Ga er een verhaaltje over schrijven en ook een gedicht. Zo, meester, tevreden nu?
©GoNo
Ik bel aan en voel me als een reporter die met cameraploeg in z'n zog, de mensen willens nillens lastig komt vallen. Als ik die reporters bezig zie heb ik de neiging om hun micro daar te steken waar de zon nooit schijnt. Kotsmisselijk word ik van hun debiele vragen. Maar ik ben op bezoek bij een erudiet man. Een man met twintig diploma's waarvan hij zegt dat ze van nul en generlei waarde zijn. Maar ge hebt ze nodig want zo zit de maatschappij nu éénmaal in elkaar. Hij kan het weten want hij is een goede kennis van professor Vermeersch, ook al zo'n rare. Etienne kan urenlang monologen houden, waarbij Hitler en Castro in het niets verdwijnen. Naar het schijnt hé? 'k Heb het maar van horen zeggen. Lang geleden heb ik professor Vermeersch eens bezig gehoord in Leuven. Over de zin van 't leven en de ethiek van 't leven. Zware kost, die ik nog altijd niet verteerd heb.
Hoe komt het toch dat dichters ( echte dichters hé ) en schrijvers altijd op zoek zijn naar de zin en de betekenis van 't leven? Om tot de conclusie te komen dat alles zinloos is?
M'n vriend is tot de conclusie gekomen dat er na dit leven alleen de dood en de vergetelheid rest. En moest het niet zo zijn, dan wacht ons zeker geen paradijs. Tja, wat moet ik met zo'n antwoord aanvangen hé? Dus er zullen geen maagden aan de poort mij opwachten? Of er zullen geen bordjes met rijstepap en gouden lepeltjes mij te beurt vallen? Nee, het antwoord is nee. Waarom, vraag ik hem. Omdat, als er een god moest zijn, het er ene is met een slecht karakter. Daar kan ik inkomen, als ik zie wat hij allemaal hier uitspookt. Maar de christenen zeggen dat wij dat allemaal zelf doen.
Één pot nat, al die religies, is z'n antwoord, ze hebben wel altijd een antwoord dat in hun kraam past.
Nog een wit wijntje? Ja, doe maar, waarom niet hé, we leven maar één keer en we gaan wel duizend keer dood, probeer ik de intellectuele uit te hangen. Maar hij zegt dat ik gelijk heb, wat me verbaast. Dit ben ik niet gewoon, zit hij me weer uit te dagen? Steekt er meer achter? Ik vraag waarom ik gelijk heb en hij antwoordt met een grijnslachje: “ Men moet eerst duizend ik keer sterven, voor men weet wat het is om te leven...”en GoNo, mooie titel voor een gedicht of verhaaltje hé?”
We hebben nog een uurtje gepraat en toen kwam z'n vrouw ( overigens niet mis ) zeggen dat de audiëntie afgelopen was. Bij het buiten gaan schudt hij mij de hand en fluistert in m'n oor:
“ Zie GoNo, da's de ware betekenis van 't leven, samen met uw vrouwtje naar de Rotaryclub gaan, een lezingske doen over de zin van 't leven, een beetje poen incasseren, u vol vreten, en daarna het maagzuur krijgen van 't eten en die omhooggevallen heertjes. Maar de rekeningen moeten ook betaald worden en bij mijn weten heeft god nog altijd niet m'n rekeningen betaald hé?”
“ Maar ik heb geen vrouw en ook geen Rotaryclubke...” werp ik tegen.
“ Gelukkig zijn zij die het materiële kunnen onderscheiden van het spirituele, GoNo !”
Daarmee is de kous af en sta ik buiten op straat na te denken. Na te denken over wat? Over wie?
Over God? Over de zin van dit alles? 'k Ga er een verhaaltje over schrijven en ook een gedicht. Zo, meester, tevreden nu?
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage