GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

maandag 12 mei 2008

Brommerdebrommerke............



Brommerdebrom....

Na 3 dagen is het zover. Ben opgestaan met een bloedneus en een bloedsmaak in m'n mond. Ieder jaar hetzelfde verschijnsel, bloeddruk gaat naar ongeziene hoogten, hart pompt tegen de sterren op.
Ben zo duizelig alsof ik op een paardenmolen gezeten heb, die aan honderd per uur rondjes draait.
De eerste, echte warmte speelt mij duidelijk parten, 'k weet dat ik naar de dokter moet om pilletjes om m'n bloeddruk te verlagen. Maar de keerzijde van de medaille is, dat ik dan niet meer met m'n brommer mag rijden. Omdat ik dan zo suf als een patat ben.
Ik begin ook last te krijgen van m'n overgewicht en het vele roken. Longen snakken bijwijlen naar zuurstof. Als ik m'n pensioen mag halen, ga ik op den buiten wonen. Weg van die stank van de grootstad. Weg van de vuile lucht, die hier blijft hangen Ge moet 's morgens maar eens met uw brommer achter zo'n bus van de Lijn rijden, dan hebt ge genoeg vuiligheid binnen om de rest van de dag koppijn te hebben.
Ik hou van de zon, als ik langs godverlaten binnenwegen rij, langs kleine boerderijen. Langs dorpen die amper 200 inwoners tellen. Waarvan de helft familie van elkaar zijn. Dorpen, die getooid zijn met bloemen die hun geuren en kleuren verspreiden. Een lust voor het oog en de neus. In mijn geval, een bloedneus. Als ik m'n hand opsteek, krijg ik steevast een wuivende hand terug. In 't stad ook, maar dan op m'n gezicht. In een dorp hebben ze alle tijd van de wereld, komen we er vandaag niet, dan komen we er morgen hé? In een stad zoals Antwerpen, is voor iedereen de dag te kort. De mensen zijn zo gehaast, dat ze zelf niet meer weten waarom ze zo gehaast zijn. Altijd maar voorthollen, hun eigen voorbij.
Ze stappen in hun auto om 2 straten verder een brood te gaan halen, maar ze hebben wel in hun garage een fiets staan. Die dient om in de vakantie mee te rijden, als ze er nog op geraken hé? ik kom ze soms tegen die zogenaamde wielertoeristen, die denken dat al die banen er voor hen alleen liggen. Een echte wielertoerist, die rijdt aan een gezapig tempo en geniet van de natuur. Nu zie je meer en meer ganse pelotons voorbij vlammen aan een snelheid waar ze in de Ronde van Frankrijk jaloers zouden op zijn.
Meestal krijg ik van die reacties met het vingertje tegen het hoofd. Ja, dat ik zot ben hoeven ze mij niet te vertellen hé? Soms roep ik terug: “ Met twee handjes rijden, anders valt ge op uwen bek.....”
Begrijpen doen ze het toch niet, maar het doet me deugd. En zo ben ik op den boerenbuiten, midden in een peloton beland. Een echte kermiskoers. Moest de plaatselijke politie mij er niet uitgeplukt hebben, ik had ze nog gewonnen ook. Want ze reden even rap als mijn brommer, met dit verschil dat zij moeten trappen en ik niet.......
Maar de sfeer was er en na een vriendelijke ( echt waar ) terechtwijzing van de veldwachter en een bolwassing voor de seingever, mocht ik alsnog doorrijden, zij het in omgekeerde richting. Ik ben eerst nog een hamburger gaan halen op de Sinksenfoor in miniatuur. En verdomd, die smaakte.
De naam van dat dorp, ben ik al vergeten, er was totaal niets te zien van enige archeologische waarde. Of het moest dat oude bakstenen kapelletje zijn, dat langs een maisveld stond. Iemand onderhield het, want er stonden verse bloemen. Binnen hingen er dankbetuigingen, hier geloofde men nog. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, de mijne ook.
Meestal op m'n zwerftochten kom ik kapelletjes tegen. Andere kapelletjes ook, maar met de brommer is het gevaarlijk om te veel gerstenat te drinken. Wat mij ook altijd opvalt, is de vele gedenktekens opgericht voor mensen die langs de baan verongelukt zijn. Het ergste dat ik gezien heb, was dat kruis met een foto van een kind van amper een jaar of zes. Weggemaaid van de baan door een roekeloze zondagsrijder, die te diep in 't glas gekeken had. Haar teddybeertje en de vele bloemen zijn de stille getuigen van deze moord. Ik stop steevast en bezin me dan over hoe kort en onrechtvaardig het leven soms is........
En zo kom ik langs Gods wegen de meest uitéénlopende zaken tegen. Van een reuzenooievaar in de voortuin van een pasbevallen moeder tot een boerestede met honderd windmolens, die allemaal draaien in de wind. Daarvoor dienen ze, uiteindelijk hé? Maar 't is een knap zicht, spijtig dat ik toen m'n fototoestel niet bij had. Dat doet er mij aan denken, dat ik nieuwe oplaadbare batterijen moet gaan kopen. Het digitaal tijdperk, wat een vooruitgang hé...................

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage