Kortverhaal.
Kortverhaal.
Ze zouden beslist wel komen, 't was nog maar kwart voor vier. Ze zou zeggen dat het een vergissing was, dat ze nog leefde, alles kon horen en zien. Ze zou met haar ogen knipperen, ze zouden het wel merken. Ze hoorde het gestommel in de gang, ergens ver weg gingen de klokken luiden. Weer iemand die het tijdelijke voor het eeuwige gewisseld heeft, dacht ze.
Ze herinnerde zich de dokters, die voorovergebogen, aan haar ziekbed stonden. 't Waren nog jonge dokters, die hun stiel aan het leren waren. Ze kon zich woord voor woord herinneren wat ze zeiden in hun dokterstaaltje. Niet dat ze er veel van begreep, maar iets zei haar dat het ernstig was. De manier waarop ze tegen elkaar spraken op gedempte toon, deed haar het ergste vrezen. Ze voelde hoe ze betast werd, hoe men luisterde naar haar longen, hoe men haar oogleden optilde.......
Ze wilde protesteren, maar er kwam geen woord over haar reeds blauwe lippen. Ben ik nu dood of niet, dacht ze. Het leek haar allemaal zo absurd, wat dachten die broekventjes wel ? Ze moesten niet denken dat ze het erbij zou laten, zo'n behandeling hoefde niet, een beetje respect voor een oude dame hé ?
Hoe lang lag ze hier nu al te wachten ? Ze had totaal geen besef van de tijd. Blijkbaar hebben ze te veel werk en zullen ze later komen. Ze voelde de honger knagen, kreeg meer en meer dorst. Gaf er dan niemand een beetje om haar ? Ik ben niet dood, wilde ze schreeuwen, ik leef.....ik leef. Een traan gleed langzaam langs haar ingevallen wang, zocht zich een weg langs de diepe rimpels. Ze proefde haar eigen vocht, 't smaakte naar zout. Ze zou proberen wat te slapen, op haar leeftijd is slapen gezond, hadden de dokters vroeger gezegd. Verdomme, wat was het hier toch koud, waren ze aan 't bezuinigen op de stookkosten ? Weer een klacht die er bij kwam, dacht ze, m'n boekske geraakt aardig vol. Ze hield wel van een beetje koelte, maar dit was van het goede te veel. Straks deed ze nog een bronchitis op en ze had al zo'n slechte longen.......
Ze dommelde langzaam in, droomde van haar kinderen en kleinkinderen, van de jaren die voorbij waren gegaan zonder dat ze het merkte. Ze zag zich terug als een jong veulen, dartelend in de groene wei, haar eerste liefde, haar eerste ontgoochelingen.
Ze hoorde de deur niet open gaan en voelde evenmin hoe twee verplegers haar in de eikenhouten kist legden. Buiten stond de lijkenwagen al te wachten, om haar weg te voeren naar het crematorium. De kinderen volgden de stoet in hun eigen wagens. Een bloemenzee zette zich in beweging, richting “het oneindige”.......
Ze sliep vredig en was zich van geen kwaad bewust.........
©GoNo
Ze zouden beslist wel komen, 't was nog maar kwart voor vier. Ze zou zeggen dat het een vergissing was, dat ze nog leefde, alles kon horen en zien. Ze zou met haar ogen knipperen, ze zouden het wel merken. Ze hoorde het gestommel in de gang, ergens ver weg gingen de klokken luiden. Weer iemand die het tijdelijke voor het eeuwige gewisseld heeft, dacht ze.
Ze herinnerde zich de dokters, die voorovergebogen, aan haar ziekbed stonden. 't Waren nog jonge dokters, die hun stiel aan het leren waren. Ze kon zich woord voor woord herinneren wat ze zeiden in hun dokterstaaltje. Niet dat ze er veel van begreep, maar iets zei haar dat het ernstig was. De manier waarop ze tegen elkaar spraken op gedempte toon, deed haar het ergste vrezen. Ze voelde hoe ze betast werd, hoe men luisterde naar haar longen, hoe men haar oogleden optilde.......
Ze wilde protesteren, maar er kwam geen woord over haar reeds blauwe lippen. Ben ik nu dood of niet, dacht ze. Het leek haar allemaal zo absurd, wat dachten die broekventjes wel ? Ze moesten niet denken dat ze het erbij zou laten, zo'n behandeling hoefde niet, een beetje respect voor een oude dame hé ?
Hoe lang lag ze hier nu al te wachten ? Ze had totaal geen besef van de tijd. Blijkbaar hebben ze te veel werk en zullen ze later komen. Ze voelde de honger knagen, kreeg meer en meer dorst. Gaf er dan niemand een beetje om haar ? Ik ben niet dood, wilde ze schreeuwen, ik leef.....ik leef. Een traan gleed langzaam langs haar ingevallen wang, zocht zich een weg langs de diepe rimpels. Ze proefde haar eigen vocht, 't smaakte naar zout. Ze zou proberen wat te slapen, op haar leeftijd is slapen gezond, hadden de dokters vroeger gezegd. Verdomme, wat was het hier toch koud, waren ze aan 't bezuinigen op de stookkosten ? Weer een klacht die er bij kwam, dacht ze, m'n boekske geraakt aardig vol. Ze hield wel van een beetje koelte, maar dit was van het goede te veel. Straks deed ze nog een bronchitis op en ze had al zo'n slechte longen.......
Ze dommelde langzaam in, droomde van haar kinderen en kleinkinderen, van de jaren die voorbij waren gegaan zonder dat ze het merkte. Ze zag zich terug als een jong veulen, dartelend in de groene wei, haar eerste liefde, haar eerste ontgoochelingen.
Ze hoorde de deur niet open gaan en voelde evenmin hoe twee verplegers haar in de eikenhouten kist legden. Buiten stond de lijkenwagen al te wachten, om haar weg te voeren naar het crematorium. De kinderen volgden de stoet in hun eigen wagens. Een bloemenzee zette zich in beweging, richting “het oneindige”.......
Ze sliep vredig en was zich van geen kwaad bewust.........
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage