Lazarus...........
De bekendste is de Lazarus die in het Johannesevangelie voorkomt. Lazarus was, zo kan men daar lezen, persoonlijk bevriend met Jezus en een broer van Martha en Maria van Bethanië. Er staat verhaald dat hij door Jezus uit de dood werd opgewekt nadat hij reeds enige dagen dood was.
In ieder geval, Lazarus was zo dood als een pier toen Jezus erbij geroepen werd. Niet dat hij veel goesting had om nog maar eens een wonder te verrichten, maar voor je vrienden moet je iets over hebben. En aangezien het op voorspraak van zijn eigen mama was, schoot er niet veel anders over om nog maar eens met een knap staaltje van z’n kunnen op de proppen te komen.
Dus begaf Jezus zich naar het graf van dat heerschap, alom gekend vanwege zijn chronische dronken buien. Vandaar het gezegde: zich lazarus drinken. Die Lazarus heeft wat afgezopen in z’n leven. In taverne “ Roma” was hij vaste klant, had z’n eigen taboeretje en z’n eigen beker. De Romeinse waard verdiende goed z’n kost aan hem en en nam er z’n verering voor Jezus maar bij. Sixtus, zo heette die kastelein, stelde zelfs een zaaltje ter beschikking van Jezus en z’n twaalf meelopers. Later werden ze apostelen genoemd. Meelopers klonk zo goed niet hé?
Lazarus was al een paar dagen dood en begon al redelijk te stinken, niet dat het veel uitmaakte, want in z’n leven had hij al een broertje dood om zich te wassen. Men zag hem niet, maar men rook hem van verre. Ik verdenk een zekere R. er van, een afstammeling te zijn van deze Lazarus.
“ Open het graf en rol de steen weg” beval Jezus.
“ En laat het vooruit gaan, want ik heb nog andere dingen te doen, ik moet nog wat Farizeeërs uit de tempel van God ranselen en preekske of zes houden……”
Twee kloekgebouwde mannen rolden met inspanning van al hun krachten de steen beetje bij beetje weg. Een stank van rotte eieren, zweetvoeten en verschaald bier en wijn, kwam Jezus tegemoet. Moet ik die terug tot leven wekken, dacht Jezus, daar gaan kosten aan zijn…..Maar beloofd is beloofd en zodoende.
“ Lazarus, ik beveel je, kom naar buiten en ga je onmiddellijk wassen in de rivier, maar vraag eerst een stukske zeep, wat zeg ik , een kilootje zeep aan ons ma.”
Geen beweging in die grot, laat staan dat er sprake was enige opstanding uit de doden.
“ Lazarus, kom uit dat graf, ’t heeft al lang genoeg geduurd en die stank is niet te harden.”
Geen Lazarus te zien. Lazarus maakte geen aanstalten om naar buiten te komen en voelde zich waarschijnlijk gelukkig in zijne stank.
“ Lazarus, dat van dat wassen, was een grapke, ne mens mag al eens lachen hé?”
En zie, men hoorde geschuifel van voeten in het graf. Eerst wat traag en onzeker, maar dan plots wat rapper en met zekere pas, kwam onze dode Lazarus naar buiten. Waarschijnlijk een beetje schijndood, maar diene moment wist men dat nog niet. Een mirakel, riepen de omstaanders. Een wonder, Jezus is de ware Messias. En gans de menigte viel op hun knieën, in aanbidding van de Here.
Voilà, dacht Jezus, het zoveelste mirakel, als ik zo voortdoe, gaan ze nog een boek over mij schrijven en wie schrijft ,die blijft. En er zouden er nog volgen, drie jaar aan een stuk zou hij wonderen verrichten. Het ene al wat straffer als het andere. Zoals die keer met die vijf vissen en twee broden, ’t kan ook andersom geweest zijn…….
Maar da’s een andere historie hé? Dat verhaal vertel ik wel later, alles op z’n tijd. Ja, die Jezus kende er wat van en moest hij nu geleefd hebben, hadden ze hem op VTM z’n eigen programma gegeven, “ De Wonderen Van Jezus” in real time……..
©GoNo
In ieder geval, Lazarus was zo dood als een pier toen Jezus erbij geroepen werd. Niet dat hij veel goesting had om nog maar eens een wonder te verrichten, maar voor je vrienden moet je iets over hebben. En aangezien het op voorspraak van zijn eigen mama was, schoot er niet veel anders over om nog maar eens met een knap staaltje van z’n kunnen op de proppen te komen.
Dus begaf Jezus zich naar het graf van dat heerschap, alom gekend vanwege zijn chronische dronken buien. Vandaar het gezegde: zich lazarus drinken. Die Lazarus heeft wat afgezopen in z’n leven. In taverne “ Roma” was hij vaste klant, had z’n eigen taboeretje en z’n eigen beker. De Romeinse waard verdiende goed z’n kost aan hem en en nam er z’n verering voor Jezus maar bij. Sixtus, zo heette die kastelein, stelde zelfs een zaaltje ter beschikking van Jezus en z’n twaalf meelopers. Later werden ze apostelen genoemd. Meelopers klonk zo goed niet hé?
Lazarus was al een paar dagen dood en begon al redelijk te stinken, niet dat het veel uitmaakte, want in z’n leven had hij al een broertje dood om zich te wassen. Men zag hem niet, maar men rook hem van verre. Ik verdenk een zekere R. er van, een afstammeling te zijn van deze Lazarus.
“ Open het graf en rol de steen weg” beval Jezus.
“ En laat het vooruit gaan, want ik heb nog andere dingen te doen, ik moet nog wat Farizeeërs uit de tempel van God ranselen en preekske of zes houden……”
Twee kloekgebouwde mannen rolden met inspanning van al hun krachten de steen beetje bij beetje weg. Een stank van rotte eieren, zweetvoeten en verschaald bier en wijn, kwam Jezus tegemoet. Moet ik die terug tot leven wekken, dacht Jezus, daar gaan kosten aan zijn…..Maar beloofd is beloofd en zodoende.
“ Lazarus, ik beveel je, kom naar buiten en ga je onmiddellijk wassen in de rivier, maar vraag eerst een stukske zeep, wat zeg ik , een kilootje zeep aan ons ma.”
Geen beweging in die grot, laat staan dat er sprake was enige opstanding uit de doden.
“ Lazarus, kom uit dat graf, ’t heeft al lang genoeg geduurd en die stank is niet te harden.”
Geen Lazarus te zien. Lazarus maakte geen aanstalten om naar buiten te komen en voelde zich waarschijnlijk gelukkig in zijne stank.
“ Lazarus, dat van dat wassen, was een grapke, ne mens mag al eens lachen hé?”
En zie, men hoorde geschuifel van voeten in het graf. Eerst wat traag en onzeker, maar dan plots wat rapper en met zekere pas, kwam onze dode Lazarus naar buiten. Waarschijnlijk een beetje schijndood, maar diene moment wist men dat nog niet. Een mirakel, riepen de omstaanders. Een wonder, Jezus is de ware Messias. En gans de menigte viel op hun knieën, in aanbidding van de Here.
Voilà, dacht Jezus, het zoveelste mirakel, als ik zo voortdoe, gaan ze nog een boek over mij schrijven en wie schrijft ,die blijft. En er zouden er nog volgen, drie jaar aan een stuk zou hij wonderen verrichten. Het ene al wat straffer als het andere. Zoals die keer met die vijf vissen en twee broden, ’t kan ook andersom geweest zijn…….
Maar da’s een andere historie hé? Dat verhaal vertel ik wel later, alles op z’n tijd. Ja, die Jezus kende er wat van en moest hij nu geleefd hebben, hadden ze hem op VTM z’n eigen programma gegeven, “ De Wonderen Van Jezus” in real time……..
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage