Belle Elise 2
Ik sta buiten een sigaret te roken, tussen patienten in een rolstoel en mensen met een baxter op wieltjes. Mensen die er uitzien of ze elk moment dood kunnen vallen. Mensen die hun sigaretje niet willen opgeven, wat hun dokter ook moge zegge.
Ik maak me de bedenking of ik ook zo zou reageren. Waarschijnlijk wel, gezien m'n filosofie over de zin van het bestaan in dit aardse tranendal. Ik haat ziekenhuizen, de geur van ontsmettingsmiddelen maakt me ziek.
Misschien is dat wel de bedoeling, kunnen ze me gelijk opnemen in dit oord van ziekenhuisbacterieën.
Ik ben zoals gewoonlijk te vroeg, veel te vroeg. Ik geraak met iemand aan de praat, die me vertelt dat z'n rechterkwab van z'n long weggenomen is. Beetje uitzaaiïng van kanker, voegt hij er aan toe. Waarbij hij een sigaret in z'n mond steekt en mij een vuurtje vraagt. Met een knipoog zegt hij : “ Niet aan de dokter vertellen hé?”
Ik beloof hem plechtig dat ik het op internet zal zetten. Hij schiet in een lach, met een hoestbui als gevolg. Roken en lachen gaan blijkbaar niet meer samen, als men maar een halve long heeft. Ik vraag hem hoe oud hij is. Achtendertig. Ik schrik, hij ziet er uit als een prille zestiger. Een dokter en een verpleegster staan openlijk te flirten met elkaar. Ze hebben beiden nog een hele carrière voor de boeg, met de nodige intriges en andere ingredienten om er een boeiende soap van te maken. Ik lijk wel verzeild geraakt in een driestuiversromannetje. De dokter presenteert z'n nieuwe verovering een sigaret uit een lederen etui, wat een klasse. Het verpleegstertje neemt een sigaret en kijkt hem bij het vuur nemen, liefdevol en geil aan. Ik zie haar ondergoed door haar witte schort. Ze mag er wezen, de dokter ietske minder want ik val niet op venten. De enige keer dat ik op een vent viel, was toen ik zo zat als een patat mij wou vasthouden aan een vent die nog zatter was dan ik. Toen wist ik plots wat het “ op een vent vallen” betekende.
De tijd schijnt in staking te zijn, even buiten wachten is een rekbaar begrip. Ik krijg dorst, ga op zoek naar een dorstlesser. Ha, zoals in de meeste ziekenhuizen is er hier ook een winkeltje. Een soort van veredeld kruidenierke.
Naast de massa's balonnen voor de kindpatientjes en dito kaartjes, verkopen ze hier ook fruit en frisdranken. Wat een contradictie. Een ziekenhuis die frisdrank verkoopt, waarvan ze zelf zeggen dat het ongezond is wegens te veel aan suikers. Sigaretten kan men hier ook krijgen, de kankeraars komen hier blijkbaar aan hun trekken. Maar ook de middenstand moet leven, zullen we maar denken.
M'n pasverworven vriend met één long en een tabaksgeurtje, staat ook in het winkeltje. Hij koopt een zakflesje vodka en een pakje Marlboro. Ideaal om een feestje te bouwen. Misschien is die man wel aan het sterven, ik gun hem z'n laatste feestje. De pijp uitgaan met een stuk in uwen frak en een overdosis nicotine, daar teken ik voor. Je doodneuken in combinatie met het voorgaande, lijkt me ook een leuke optie. Maar met één long, zal ik waarschijnlijk niet verder geraken dan wat zuchten en kreunen, niet van genot maar om de gemiste kansen.
De klok in de hall wijst kwart voor twee. Tijd om de lift te nemen en op zoek te gaan naar kamer 4226. Tijd om m'n gedachten wat te ordenen. Jezus allemachtig, wat stinkt het hier weer heerlijk naar Odol en aanverwante reinigingsmiddelen. Als ge maar proper dood gaat, in een zogenaamde cleane omgeving. Meer moet dat niet zijn.
Maar ik ben hier op bezoek. 'k Wil m'n vriendin van eeuwen terug nog eens zien, haar een riem onder het hart steken, zoals het vrienden betaamt. Er zijn zes liften, ik druk op alle zes de knopjes, er zal er wel ene naar beneden komen zeker? Niet dus. 'k Had het kunnen denken. De trap nemen naar de vierde verdieping? Ben je gek ? Ik moet aan m'n BM denken, die staat op 34 en volgens mijne doktoor is dat te veel. En die kan het weten, want hij lijdt ook aan overgewicht. En rookt sigaartjes. Een voorbeeld van hoe men gezond moet leven. Bij ieder bezoekje dat ik hem breng, geeft hij me foldertjes mee van de Kankerliga . Foldertjes die ik steevast in z'n brievenbus stop.
Struisvogelpolitiek, 'k zal zelf wel beslissen hoe m'n levensloop zal eindigen. Het enige wat mijne doktoor mag doen is een beetje euthanasie, als de tijd er rijp voor is. En voorlopig is die dat nog niet.
Eindelijk, drie liften tegelijk, wat een luxe. Welke zal ik kiezen? De middelste? Ja, doe ik. Pech, lift sluit deuren, was waarschijnlijk dat getalm beu. Linkse of rechtse ? 't Zal de linkse worden, de rechtse is al weg. Ik stap in, uitstappen is zinloos, want ik moet eerst instappen om uit te kunnen stappen. Er komt een klein Vietnameeske op z'n korte beentjes en met roodgeel gezicht aangelopen. Zou ik de deur open houden of laat ik hem ter plekke bekomen van z'n geloop en gehol tegen de tijd? Ik twijfel, misschien moet zijn vrouw wel bevallen van zo'n schattig Orientaals spleetoogske? Voor degene die problemen hebben met deze uitdrukking, er zijn goeie dokters in dit ziekenhuis....
Wordt vervolgd
©GoNo
Ik maak me de bedenking of ik ook zo zou reageren. Waarschijnlijk wel, gezien m'n filosofie over de zin van het bestaan in dit aardse tranendal. Ik haat ziekenhuizen, de geur van ontsmettingsmiddelen maakt me ziek.
Misschien is dat wel de bedoeling, kunnen ze me gelijk opnemen in dit oord van ziekenhuisbacterieën.
Ik ben zoals gewoonlijk te vroeg, veel te vroeg. Ik geraak met iemand aan de praat, die me vertelt dat z'n rechterkwab van z'n long weggenomen is. Beetje uitzaaiïng van kanker, voegt hij er aan toe. Waarbij hij een sigaret in z'n mond steekt en mij een vuurtje vraagt. Met een knipoog zegt hij : “ Niet aan de dokter vertellen hé?”
Ik beloof hem plechtig dat ik het op internet zal zetten. Hij schiet in een lach, met een hoestbui als gevolg. Roken en lachen gaan blijkbaar niet meer samen, als men maar een halve long heeft. Ik vraag hem hoe oud hij is. Achtendertig. Ik schrik, hij ziet er uit als een prille zestiger. Een dokter en een verpleegster staan openlijk te flirten met elkaar. Ze hebben beiden nog een hele carrière voor de boeg, met de nodige intriges en andere ingredienten om er een boeiende soap van te maken. Ik lijk wel verzeild geraakt in een driestuiversromannetje. De dokter presenteert z'n nieuwe verovering een sigaret uit een lederen etui, wat een klasse. Het verpleegstertje neemt een sigaret en kijkt hem bij het vuur nemen, liefdevol en geil aan. Ik zie haar ondergoed door haar witte schort. Ze mag er wezen, de dokter ietske minder want ik val niet op venten. De enige keer dat ik op een vent viel, was toen ik zo zat als een patat mij wou vasthouden aan een vent die nog zatter was dan ik. Toen wist ik plots wat het “ op een vent vallen” betekende.
De tijd schijnt in staking te zijn, even buiten wachten is een rekbaar begrip. Ik krijg dorst, ga op zoek naar een dorstlesser. Ha, zoals in de meeste ziekenhuizen is er hier ook een winkeltje. Een soort van veredeld kruidenierke.
Naast de massa's balonnen voor de kindpatientjes en dito kaartjes, verkopen ze hier ook fruit en frisdranken. Wat een contradictie. Een ziekenhuis die frisdrank verkoopt, waarvan ze zelf zeggen dat het ongezond is wegens te veel aan suikers. Sigaretten kan men hier ook krijgen, de kankeraars komen hier blijkbaar aan hun trekken. Maar ook de middenstand moet leven, zullen we maar denken.
M'n pasverworven vriend met één long en een tabaksgeurtje, staat ook in het winkeltje. Hij koopt een zakflesje vodka en een pakje Marlboro. Ideaal om een feestje te bouwen. Misschien is die man wel aan het sterven, ik gun hem z'n laatste feestje. De pijp uitgaan met een stuk in uwen frak en een overdosis nicotine, daar teken ik voor. Je doodneuken in combinatie met het voorgaande, lijkt me ook een leuke optie. Maar met één long, zal ik waarschijnlijk niet verder geraken dan wat zuchten en kreunen, niet van genot maar om de gemiste kansen.
De klok in de hall wijst kwart voor twee. Tijd om de lift te nemen en op zoek te gaan naar kamer 4226. Tijd om m'n gedachten wat te ordenen. Jezus allemachtig, wat stinkt het hier weer heerlijk naar Odol en aanverwante reinigingsmiddelen. Als ge maar proper dood gaat, in een zogenaamde cleane omgeving. Meer moet dat niet zijn.
Maar ik ben hier op bezoek. 'k Wil m'n vriendin van eeuwen terug nog eens zien, haar een riem onder het hart steken, zoals het vrienden betaamt. Er zijn zes liften, ik druk op alle zes de knopjes, er zal er wel ene naar beneden komen zeker? Niet dus. 'k Had het kunnen denken. De trap nemen naar de vierde verdieping? Ben je gek ? Ik moet aan m'n BM denken, die staat op 34 en volgens mijne doktoor is dat te veel. En die kan het weten, want hij lijdt ook aan overgewicht. En rookt sigaartjes. Een voorbeeld van hoe men gezond moet leven. Bij ieder bezoekje dat ik hem breng, geeft hij me foldertjes mee van de Kankerliga . Foldertjes die ik steevast in z'n brievenbus stop.
Struisvogelpolitiek, 'k zal zelf wel beslissen hoe m'n levensloop zal eindigen. Het enige wat mijne doktoor mag doen is een beetje euthanasie, als de tijd er rijp voor is. En voorlopig is die dat nog niet.
Eindelijk, drie liften tegelijk, wat een luxe. Welke zal ik kiezen? De middelste? Ja, doe ik. Pech, lift sluit deuren, was waarschijnlijk dat getalm beu. Linkse of rechtse ? 't Zal de linkse worden, de rechtse is al weg. Ik stap in, uitstappen is zinloos, want ik moet eerst instappen om uit te kunnen stappen. Er komt een klein Vietnameeske op z'n korte beentjes en met roodgeel gezicht aangelopen. Zou ik de deur open houden of laat ik hem ter plekke bekomen van z'n geloop en gehol tegen de tijd? Ik twijfel, misschien moet zijn vrouw wel bevallen van zo'n schattig Orientaals spleetoogske? Voor degene die problemen hebben met deze uitdrukking, er zijn goeie dokters in dit ziekenhuis....
Wordt vervolgd
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage