GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 3 maart 2009

't Kasteeltje ( Inleiding )


De verwaarloosde woning stond wat afgelegen, deels verscholen tussen de bomen. Een betegeld pad bezaaid met onkruid en groen mos, was de weg die men moest gaan om tot bij het huis te geraken. Vroeger, in betere tijden, was het een statig herenhuis. Met een torentje waar een grote wijzerplaat de voorbijvliedende tijd een zekere grandeur meegaf. Het goud was al lang afgebladerd en een wijzer ontbrak. De andere wijzer was blijven stilstaan op de twaalf. In de volksmond kende iedereen dit huis als “ 't Kasteeltje”.
Men zei dat het er spookte, dat om middernacht de ex-bewoners er tot leven kwamen.
De concierge had het zelf gezien, was toen zo geschrokken dat z'n haren wit uitsloegen en hij de rest van z'n dagen doorbracht in een psychiatrische instelling. Ik geloofde niet veel van die spookverhalen. Ik ben nogal sceptisch van aard en zoek altijd achter een min of meer wetenschappelijke verklaring. Ik ben moe op de Kempische Heide gaan staan om een ufo te zien en als eerste in de Belgische geschiedenis een buitenaards wezen te verwelkomen. De enige die ik tegenkwam was een boswachter die mij vroeg wat ik daar 's nachts deed. Gezien mijn telescoop zou hij moeten geweten hebben dat ik daar niet was om krekels of heideroosjes te bewonderen. Om maar te zeggen dat ik alles met een korreltje zout neem.
Dus toen een vriend mij het verhaal vertelde over 't Kasteeltje, moest ik moeite doen om niet in een lach te schieten. Naar het schijnt, maar de zon schijnt ook, zou de heer des huizes z'n vrouw en kind vermoord hebben. Om zich nadien te verhangen in het ronde torentje. Het zou gebeurd zijn op kerstavond 1934.
Harry B. Down, een Amerikaan, was getrouwd met Elise Orny de Wernimont, een mooie Vlaamse aristocrate met blauw bloed. Zij was een nazaa(d)t van ene Albert I.
Hij had haar moeder Solange Orny leren kennen in Marche-les- Dames, waar zij gouvernante was bij de graaf van Orléans. Die tevens hertog was en erfgenaam van de Franse troon. Wat ter discussie stond of hij wel de rechtmatige erfgenaam was. Maar hij was een goede en intieme vriend van onze vorst. Met dezelfde interesses en daar hoorde ook het bergbeklimmen bij. Onze vorst Albert I beklom zowat alles wat te beklimmen viel, ook gouvernantes.
Elise was dus één van de vele kinderen die hij, tussen de soep en de patatten, verwekt had. Hij had wel voor z'n bastaarddochter gezorgd en haar gekoppeld aan een steenrijke Amerikaan, die z'n fortuin verkregen had in de mijnbouw. Harry B. Down was fier op z'n adelijke dame en overstelpte haar met geschenken een prinses waardig. Amerikanen zijn verzot op koningshuizen en titels. Ze kunnen en weten alles, maar adelijke titels hebben ze niet. Maar met het nodige fortuin is daar wel een mouw aan te passen. De verarmde adel is altijd op zoek naar gefortuneerde rijkeluiszoontjes.
Maar mooie liedjes duren niet lang. Toen Albert I, na een val van de rotsen in Marche-les- Dames, het tijdelijke met het eeuwige verwisselde op 17 februari 1934, kwam er een einde aan de maandelijkse toelage van Elise.
Harry B. Down had het grootste deel van z'n fortuin verspeeld met de crash van 1929. de rest was ondergebracht in een trust, die z'n fortuin of wat er nog van overbleef, beheerden. Het ging niet goed met hem. Nog minder met zijn huwelijk, dat de eerste tekenen van verval begon te tonen. Hij kon zijn mooie Elise nog amper onderhouden en de geboorte van z'n zoontje was ook al geen lichtpuntje in z'n bestaan.....

Wordt vervolgd....

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage