En toch scheen de zon........
Haar man stond aan haar graf, een beetje verdwaasd alsof hij het nog steeds niet kon geloven. De zon scheen en zette alles in een zomerse gloed. Wat een dag om begraven te worden, dacht de man. Hij dacht aan de tijd dat hij met haar doorgebracht had. In goede en slechte tijden, zoals men dat zo schoon op z'n huwelijk gezegd had. 't Waren meer slechte dan goede tijden, maar voor de buitenwereld hielden ze de schone schijn op. Ze hadden geen kinderen, dat was Gods wil, zo sprak de pastoor. En Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Op de vraag of het Gods wil was, dat ze een miskraam gekregen had, wist de pastoor ook geen antwoord.
Hij had er zich bij neergelegd, zij nooit. Maar met de jaren die verstreken, ging hun huwelijk meer en meer bergaf. Zij verweet hem dat hij impotent was en haar geen kinderen gunde. Hij verweet haar dat ze te veel en te graag naar de fles greep. Wat ze ook deed, zij het in den beginne in 't geniep. Eerst was het om haar verdriet te verdrinken, daarna was het uit pure gewoonte. Om alles te vergeten. Het ging van kwaad naar erger. Toen ze zwaar ziek werd en pillen moest nemen van de dokter, spoelde ze die door met cognac en bij gebrek aan sterke drank, met bier.
Ze gleed elke dag een beetje meer weg in het moeras dat ze zelf aan 't schapen was. Ze had geen flauw benul meer van dag of maand. Er was maar één mogelijkheid: ze moest dringend opgenomen worden.......
En nu stond hij aan haar graf. 't Leek hem allemaal zo lang niet geleden, dat ze ingestemd had met haar opname, in een heldere bui.
Maar 's avonds, toen hij van z'n werk thuis kwam, vond hij haar dood in haar zetel. Naast haar lagen een leeg doosje slaappillen en twee lege flessen cognac. Op het salontafeltje lag een briefje aan hem gericht :
“ Ik HIELD van je”. Meer stond er niet op. Hij vroeg zich af wat ze er mee bedoelde, maar vond het antwoord niet.......
Wat een dag om bergraven te worden, dacht hij, wat een dag......
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage