GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

woensdag 21 mei 2014

De Grote Leider…











De grote leider betreedt het podium onder tromgeroffel en bazuinengeschal. Het is de laatste avond voor de verkiezingen en hij wil nog één keer z’n trouwe militanten toespreken. Na de speech zal hij mee aan de dis zitten voor wat door het partijbestuur ‘ het laatste avondmaal’ genoemd wordt. Met een knipoog naar de Christelijke Volkspartij, want volgens de laatste opiniepeilingen worden die zo goed als van de kaart geveegd. Samen met de andere partijen…

“ Beste vrienden, partijgenoten en steunende leden van onze Veranderingspartij, ik wil jullie hartelijk welkom heten op deze historische bijeenkomst…”

“ We horen u niet, spreek eens wat harder…”roept er iemand vanuit de zaal.

“ Verdomme, de micro staat niet aan. Weet er iemand hoe dat ding werkt?”horen ze de grote leider vragen.

“ Ge moet op dat groen knoppeke drukken, grote leider…”wordt er zachtjes gefluisterd vanachter de coulissen.

De grote leider drukt op ’t groen knoppeke. Zo, denkt hij, dat heb ik weer eens goed voor elkaar gekregen.

“ Kunnen jullie mij nu horen?” vraagt hij.

De zaal schudt instemmend met hun hoofden.

“ Dan is dit toch wel het bewijs dat jullie nog niet doof zijn hé?”

De zaal lacht zich te pletter. Onze grote leider heeft toch een goedontwikkeld gevoel voor humor, denken ze. ’t Is altijd lachen geblazen als hij op een podium staat…

“ Zoals ik al zei, en ik ga het niet meer herhalen, ik wil jullie allemaal bedanken voor de inzet en het vertrouwen dat jullie mij geschonken hebben. Het was geen gemakkelijke campagne. We werden op alle fronten aangevallen. Al onze woorden werden verdraaid en uit de context gerukt weergegeven. Er ging geen dag voorbij of ik moest de meubels redden. De schade beperken. Neem nu het geval van de werklozen. Ik heb duidelijk gezegd dat als men een goeie cv opmaakt, men aan werk zou kunnen geraken. Zou kunnen, is een groot verschil met werk krijgen door een goeie cv. Den dop moet beperkt worden tot twee jaar? Ja, voor degene die niet ouder zijn dan vijftig. De vijftig -plussers mogen doppen tot ze erbij neervallen. Wil dus zeggen tot hun pensioen, zo ze dat al halen…
Leefloners, ik zei bijna leeglopers, moeten niet denken dat ze hun leefgeld zomaar in de schoot zullen geworpen krijgen.
Voor het geld dat ze krijgen, kunnen ze gemeenschapsdienst doen.  Voor wat, hoort wat, nietwaar? Pleinen en parken onderhouden, oude mensen de straat helpen oversteken, boodschappen doen, de karretjes in de Colruyt op hun plaats zetten. Er is voor iedereen die leefgeld krijgt wel een taak te verrichten…”

De grote leider pauzeert even om de impact van z’n woorden goed te laten doordringen.
De zaal knikt nog steeds instemmend. De grote leider is toch een begenadigde spreker vinden ze…

“ Beste vrienden en vriendinnen, en wat zeggen m’n tegenstanders? Dat ik het leefloon wil afschaffen. Dat ik den dop wil afschaffen. Dat ik de vakbonden ook wil afschaffen. Als er geen doppers meer zijn, dan heffen de vakbonden zich zelf toch op? Het is, verdomme, hun enige reden van bestaan hé? ’t Zou een mooie besparing opleveren in deze tijden van crisis. Waar zitten al die miljarden van die vakbonden? Kan er iemand mij dat komen vertellen? ’t Is geld van de belastingbetaler, we hebben het recht het te weten. En die kleine spaarders, die heel hun leven hard gewerkt hebben, waar is hun geld gebleven dat ze zogezegd gespaard hadden voor hun oude dag? Verkeerd belegd? Maak dat de kat wijs hé? Ik heb ook niet gezegd dat voor men een leefloon kan krijgen, eerst z’n huis moest verkopen. Jan Hesp heeft dat gezegd, ik niet. Maar hij bedoelde, dat mensen met inkomsten van meerdere huizen waarvan ze royaal kunnen leven, niet moeten aankloppen bij het OCMW. Ze zeggen dat Geert Burger de Vlamingen in de randgemeenten van Brussel bevoordeelt. Waarom, zult u zich afvragen? Omdat Geert weigert een Franstalige kiesbrief in hun bus te steken? ’t Zijn verdorie Franstalige, ze hebben het recht om en kiesbrief in hun taal aan te vragen. We hebben die nog nooit geweigerd. ’t Kan zijn dat er een ambtenaar geen Frans verstaat, maar dat is toch niet het einde van de wereld?...”

De grote leider pauzeert terug, neemt een slok van z’n waterke met gas. Een Joods waterke, in de volksmond. Hij ziet dat z’n militanten van elk woord dat hij uitspreekt genieten. Wat een bende schapen, denkt hij…

“ Beste vrienden en vriendinnen, ik ga het kort maken. Ik weet dat iedereen zit te wachten op de pistolets met americain prépare, kaas en hesp. Maar om te laten zien dat ik een nederige leider ben, ga ik voor het laatste avondmaal, de voeten wassen van twaalf mensen uit de zaal. Willekeurig gekozen door een onschuldige kinderhand. Met name door Siegfried Cracke. Ook iemand die telkenmale verkeerd begrepen wordt. Maar dat komt door dat die van Gent is. Die spreken daar allemaal met een rollende ‘r’.
En dat zo iemand journalist geworden is, ik versta het nog altijd niet en hem ook niet. Na de verkiezingen zal ik mij niet meer kandidaat stellen om voorzitter te zijn van deze uit z’n voegen barstende partij. ’t Is welletjes geweest, zegt m’n vrouw en ook de kinderen. De partij staat op het goede spoor, ’t is tijd voor verandering van machinist. De ‘ V’ staat niet alleen voor Verandering, maar ook voor Victorie. Tegenstanders zeggen dat de ‘ V’ voor Verpaupering of Verboden staat. Laat ze maar zeggen, we zijn een partij die tegen een stootje kan. Onze enige doel is Vlaanderen onafhankelijk maken. ’t Is een programma van lange adem. Maar we zullen slagen…”

De zaal veert recht, een oorverdovend applaus voor de grote leider. Die pinkt een traan weg. Die geschilde ajuin was een goed idee van Liesbeth Protmans. De zaal begint spontaan de Vlaamse Leeuw te zingen. De grote leider kent de tekst niet en murmelt maar wat mee. Wat een kuddegeest, denkt hij. Z’n secretaresse brengt hem een bos bloemen. Bloemen die normaal voorzien waren om bij het Monument van de Gesneuvelden te leggen. Het lint van de koning hangt er nog aan. Niemand die het ziet.
Ze struikelt over de draad van de micro, keilt de krans de zaal in. De militanten gaan nu helemaal uit de bol. Wat een leider, zeggen ze, ’t is altijd lachen geblazen als hij optreedt.
’t Moet weer eens lukken, kan alleen bij mij gebeuren, denkt de grote leider. Hij helpt z’n secretaresse terug op de been. Op beide benen, ’t is gene flamingo hé? Fluistert in haar oor dat ze vanaf morgen koffiemadam is op het hoofdkwartier. Steek uwen koffie daar waar de zon nooit schijnt, fluistert ze terug. Dat gaat pijn doen, zegt de leider met een kwinkslag. Last van een zwart gat, vraagt de secretaresse. Nee, van aambeien, zegt de grote leider naar waarheid. Die vermageringskuur heeft ervoor gezorgd dat er zoveel stoelgang door z’n anus geperst werd, dat hij er aambeien aan overgehouden heeft. Niet te verwarren met aardbeien…

De grote leider trekt zich terug achter de coulissen. Vraagt aan Siegfried Cracke wie hij uitgekozen heeft om de voeten te wassen. Siegfried, die niet graag verweten wordt dat hij een klein kind is, lacht in z’n vuistje. Tijdens de speech van z’n grote leider heeft hij zes landlopers en zes illegalen vanonder de brug gaan halen. Van die landlopers is hij zeker van de tenenkaas, van die illegalen is het een gok…

’t Is altijd lachen geblazen als de grote leider optreedt, denkt Siegfried…


©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage