GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 28 juli 2009

Oude boom met sterke wortels


't Is mooi weer, het regent pijpenstelen, de zon schijnt en in de verte vormt zich een regenboog. Als dat geen goed voorteken is. Hij strooit nog wat rozenblaadjes in het rond, kwestie van z'n verbondenheid met de natuur in de verf te zetten. En ook een beetje om de schimmelgeur te verbergen in z'n afbrokkelende woning. Z'n bouwvallig huisje lijkt zo weggelopen uit Bokrijk. Staat aan de rand van een bos, waar men duchtig aan het kappen is, wegens de aanleg van een stuk beton ter meerdere eer en glorie van koning auto. Maar vandaag is het zondag-rustdag en de vogels kwetteren er op los. Vandaag geen begeleidend orkest van pneumatische drilboren, draaiende betonmolens en krijsende zagen die de huilende bomen tegen de vlakte werpen.
Het huisje, met het scheefgezakte strooien dak en kromgetrokken muren, is een toevluchtssoord voor alle schepsels, groot en klein. Een zwaluwpaar heeft er een gezinnetje gesticht, bekroond met drie zwaluwkindjes.
Hun bekjes staan wagenwijd open in hun roep naar voedsel. Papa en mama Zwaluw vliegen af en aan met hun dagschotels, alsof het een driesterrennest is.
De kat ligt op de versleten tuintafel, onder een paraplu die doorhangt van het regenwater. 't Is kwestie van tijd of ze al dan niet een regendouche zal krijgen.. Maar nu kijkt ze met één oog naar de sierlijke zwaluwen. Vroeger zou ze op het dak gesprongen zijn om hen het leven zuur te maken, maar ze is oud geworden. Samen met haar baasje. De hond, hoe is z'n naam ook weer, is al lang naar de hondenhemel. Ze mist hem, hoewel ze het nooit liet blijken toen hij nog leefde. Maar die hond was zo dom en trapte gewillig in haar val, wat hem veelvuldige littekens opbracht van vlijmscherpe kattenklauwen. En toch zagen ze elkaar graag.
De eenden en kippen lopen vrij rond en af en toe komt er een dikke eend aangewaggeld om de haan diets te maken dat hij op zijn stuk grond moet blijven. Zelfs in dat klein stukje natuur worden grenzen afgebakend. Tot hier en niet verder.
De oude man geniet van dit alles en dankt Moeder Natuur op z'n eigen manier. Hij laat haar gewoonweg begaan. Uit respect voor alles wat groeit en leeft. Moeder Natuur, geraakt door zoveel liefde, wacht geduldig tot de oude man voor eeuwig naar haar zal komen. Daarna zal ze in vlugtempo alles laten overwoekeren. Maar of haar tempo zal volstaan om de mens te overtreffen, valt nog te bezien. De dag dat hij zal sterven, zal waarschijnlijk ook de dag zijn dat de buldozers hun blijde intrede zullen maken, met klaksongeschal en brullende motoren.
De oude man zet zich aan de tafel, z'n kopje maltkoffie geurt boven de rozenblaadjes uit. Z'n oude Olivetti staat uitdagend te wachten op z'n verroeste vingers, die steeds meer moeite hebben om de toetsen te vinden en te beroeren. Hij is al lang de gevierde schrijver niet meer, iedereen is hem vergeten. Deels door de veranderde interesse van de alom geroemde mensheid, deels door z'n eigenzinnigheid om te breken met een maatschappij, die de zijne niet meer was. Z'n eerste boek was een schot in de roos. Een bestseller, waar de uitgever met de meeste centen ging lopen . Maar het deerde hem niet, hij had eindelijk de erkenning die hij verdiende. Daar was het om te doen. Of dacht iedereen dat hij schreef voor jan lul en z'n eigen? Hij wilde van z'n schrijfsels kunnen leven en als ze zijn gedachtengoed lekker vonden, zoveel te beter. Het lukte hem nog ook. Tot hij op één van z'n zwerftochten dit huisje tegen kwam. Een idylisch plaatje voor een roman-ticus. TE KOOP stond er in rode letters op een bord, in wat moest doorgaan voor een voortuintje. En hij kocht het. Veertig jaar geleden. Nooit iets aan veranderd. Buiten wat kippen en een haan die plots voor z'n deur stonden en gebleven zijn, wegens het gratis maïs, kwamen er weinig op bezoek. Een journaliste van een hoogstaand damesblad had eens een afspraak gemaakt, maar was reddeloos verloren gereden. Sedertdien was z'n telefoon buiten in een lege bloembak verzeild geraakt. Weer een zorg minder, dacht hij. Z'n auto, het statussymbool bij uitstek, stond te roesten in het stalletje en diende uitsluitend nog om allerlei ongedierte in te herbergen. Niets is zo vergankelijk dan een roestende auto.
Soms reed hij mee met de enige vriend die hij nog toeliet in z'n leven; een oude boer van even verderop. 't Is altijd een hele belevenis om op die rammelende tractor naar het dorp te rijden, om het weinige dat hij nog nodig heeft in te kopen.
Hij is al dagen aan het schrijven, z'n vingers doen pijn, maar hij moet en zal nog één boek schrijven. Een boek dat kan gezien worden als zijnde z'n testament. Z'n visie op de hem omringende niets meer zeggende wereld. Een boek dat binnen honderd jaar als leidraad zou dienen om wat er overbleef van het mensdom te vrijwaren van kommer en kwel.
De kat heeft geen eten meer en is vergeten hoe ze moet jagen. De kippen en de haan lopen er verweesd bij, op zoek naar maïs. De haan denkt er over om met z'n gevolg op te krassen. De eenden ook. De zwaluwen trekken er zich niets van aan. De paraplu is eindelijk doorgezakt, doch de kat kreeg geen douche wegens niet aanwezig.
Het scheefgezakte dak is nu compleet scheefgezakt en in de roestende auto groeit er klimop, die met z'n tentakels de hele auto overwoekeren. 't Is kwestie van tijd voor alles met de grond gelijk gemaakt wordt, want dat stukje beton moet en zal er komen. Het staat op het plan en plannen dienen om uitgevoerd te worden...

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage