't Zal voor een andere keer zijn.......
Ridder GoNo was, na vele omzwervingen en even vele avonturen, eindelijk beland waar hij wou wezen. Voor de poorten van de Heilige Stad Jeruzalem. Hij keek eens achterom, maar zijn wapenbroeders waren in geen velden of wegen te bespeuren. Door een staking, uitgelokt door enkele heethoofden, waren de kruisvaarders gedwongen hun ambities om Jeruzalem te heroveren op de Arabieren, enige tijd uit te stellen.
Ridder GoNo was niet aangesloten bij de Kruisvaardersvakbond en dacht dat het allemaal zo'n vaart niet zou lopen. Hij was een ridder in hart en ziel, van geen kleintje vervaard. Desnoods nam hij het alleen op tegen die onverlaten die z'n Heilige Stad onteerd hadden.
“ Hohoho, Black Beauty, hohoho” riep ridder GoNo tegen z'n wit paard. Sjonge, dacht ridder GoNo, wat ben ik m'n tijd toch ver vooruit. Ik lijk wel de kerstman en die moet nog uitgevonden worden door Coca-Cola. En nu hij erover nadacht, Coca-Cola moest ook nog uitgevonden worden door een apotheker. Maar dit was geen bezwaar, laat staan dat het hem iets kon schelen. Dit was maar een detail, een voetnoot in de geschiedenis.
“ In de naam van God, Jezus en z'n apostelen, de H.Maagd en de H.Geest, open die poort........”bulderde hij met vervaarlijke stem. Black Beauty draaide z'n hoofd en dacht er het zijne van......
“ Open de poort......” probeerde hij nogmaals. Geen reactie. Het leek wel of iedereen op vakantie was naar Constantinopel. Ik sta hier dik voor lul, dacht ridder GoNo, al goed dat de pers niet aanwezig is of ze zouden in de Vlaamsche Courant eens goed met mij gelachen hebben. Om maar te zwijgen van de spotprenten.
“ Black Beauty, er zit niets anders op, om op die verdomde poort te kloppen, anders geraken we hier nooit binnen en kan ik niet in de geschiedenisboekjes geraken met m'n eenmansactie........”sprak de koene ridder GoNo.
Ridder GoNo wist van aanpakken en zette z'n sporen in de buik van z'n wit paard. Die verschoot zodanig dat hij er als een speer vandoor ging, juist stoppende voor de poort. Met het gevolg dat ridder GoNo een salto maakte, waar een trapezewerker jaloers op zou zijn. Ridder GoNo kwam met zijne voorgevel tegen de poort terecht met een knal, als van een atoombom. En die was ook nog niet uitgevonden.
“ Die poort mag ook wel eens een nieuw laagske verf krijgen......” sprak hij tegen z'n paard, alsof er niets gebeurd was. Ridder GoNo ging op zoek naar de bel, maar die was er niet. Hij vroeg zich af hoe de facteur hier een aangetekende brief bestelde, geen bel te bespeuren en ook geen brievenbus. Maar wat was dat wit perkament op de poort ? Misschien de openingsuren ? Dat moest hij nader onderzoeken. Val nu om, dacht hij, val nu om en blijf liggen.....
Op dat perkament stond geschreven:
“ Wegens een vakbondsactie en in overleg met de Kruisvaardersvakbond, worden alle gevechten om het H.Graf, voorlopig opgeschort. Wij danken u voor uw begrip.....”
Te gek om los te lopen, te gek om los te lopen, murmelde ridder GoNo, in z'n kruis getast.
“ Kom Black Beauty, we zijn hier weg, 't zal voor een andere keer zijn, en zet er maar wat spoed achter want ene schone jonkvrouwe is frieten met stoverij aan 't maken, 'k riek het tot hier.....”
En zo komt het, beste lezer/es, dat die Arabieren nog enige tijd Jeruzalem als toeristische trekpleister konden exploiteren, wat hen een schat aan buitenlandse deviezen opbracht.
Ridder GoNo is na vele omzwervingen en even vele avonturen, terug in Vlaanderen geraakt, waar hij juist op tijd kwam om de inval van de Noormannen mee te maken. Maar da's een ander verhaal.......
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage